Halunken betrunken - Versengold

Wir haben neulich ganz spät — ein riesen Ding gedreht

'ne Kiste Silberbarren — ham' wir eingefahren

Und in den Wald gehievt — ja tief in den Wald gehievt…

In’s Hieven vertieft!

Haben wir uns verirrt — wir waren ganz verwirrt

Doch voll Glücke gar — im Wald ein Wirtshaus war

Schwer wog die Silberlast — ja schwer wog die silberne Last…

Da machten wir Rast!

Ein Stück Silber ham' wir gepflegt — in Schnappes angelegt

Mit Würstchen und mit Braten — ließen wir’s ausarten

Das war ein feiner Spaß - ein feyner Schlemmerspaß…

'ne Sause die war’s!

Bei Weine, bei Rum und bei Bier — dachten wir bleiben wir hier

Lassen uns seligen Faulen — auch mal die Bäuche kraulen

Und das nicht einen Tag — ja nicht nur einen Tag…

Nein, solang jeder mag!

Irgendwann fiel uns ein: Das Leben ist fies und gemein

Es gibt viel' unlautere Recken — das Silber wir sollten’s verstecken

Da haben’s wir nach uns’rer Art — nach guter Räuberart…

Im Walde verscharrt!

Dann sind wir der Nase entlang — wieder zum Schmausen gegang'

Und ließen uns weiter volllaufen — ja taten uns kräftig besaufen

Wir haben nicht nachgedacht — natürlich nicht nachgedacht…

Keine Karte gemacht!

Dreizehn Tage lang gefeyert — Nur gesoffen und gefressen

Einen ganzen Tag gereihert — Und den Rest ham' wir vergessen Nu' weiß keiner

hier mehr — wo uns’re Kiste wohl wär'

Und nach dreizehn Tagen — hört man uns jämmerlich klagen

Wir haben es versaut — den Reichtum wir ham ihn verbaut…

Doch wir sagen’s laut:

Ei was für ein Streich — für einen Moment war’n wir reich

Ei was für 'ne Sünde — doch es hat seine Gründe

Dass es doch keinen schert — ja dass es hier keinen schert:

Denn die Sause war’s wert!

We hebben laatst iets groots gedaan, erg laat

Een doos zilverbaren - we hebben het

En hees het bos in - ja, hees diep het bos in...

Verdiept in deining!

Zijn we verdwaald - we waren allemaal in de war

Maar vol geluk - er was een herberg in het bos

De zilveren last woog zwaar - ja, de zilveren last woog zwaar...

Dus we namen een pauze!

We hebben voor een stuk zilver gezorgd - stop het in een schnaps

Met worstjes en braadstukken - we laten het degenereren

Dat was erg leuk - een Feyner gourmet plezier...

een feestje dat was het!

Wijn, rum en bier - we dachten dat we hier zouden blijven

Laten we heerlijk lui zijn - ook aan onze buik krabben

En niet voor één dag - ja, niet voor slechts één dag...

Nee, zolang iedereen het leuk vindt!

Op een gegeven moment drong het tot ons door: het leven is gemeen en smerig

Er zijn veel oneerlijke krijgers - we zouden het zilver moeten verbergen

Daar hebben we het op onze manier - op de manier van de goede rover...

Begraven in het bos!

Toen gingen we langs de neus - weer om te feesten'

En we werden steeds dronken - ja, we werden echt dronken

We dachten niet - natuurlijk dachten we niet...

Geen kaart gemaakt!

Dertien dagen gefeest - alleen maar gedronken en gegeten

Een hele dag werk — En de rest zijn we vergeten. Nu weet niemand meer

meer hier - waar onze doos zou zijn

En na dertien dagen - hoort men ons jammerlijk jammeren

We hebben het verpest - we hebben de rijkdom gestolen...

Maar we zeggen het hardop:

Wat een grap - we waren even rijk

Wat een zonde - maar het heeft zijn redenen

Dat het niemand iets kan schelen - ja, dat kan niemand hier schelen:

Want het feest was het waard!