Le bouffon du roi - Serge Lama

J'étais le brûleur de cervelles

C'était moi, le roi des bourreaux

Ils ont pris leurs caravelles

Pour me conduire au château

Ils m’ont bouclédans une cave

Un sale trou verrouillé

J'étais au rang d’esclave

Mais, j’ai su me débrouiller

Car je suis, je suis, je suis le bouffon du roi

Je suis, je suis, je suis,

Je suis, je suis, le bouffon du roi

Il me faut casser des vitres

Pour faire rire les courtisans

Sur les tréteaux, faire le pitre

Pour amuser les enfants

Dix ans de service

mais j’ai des vices

Qui veulent se libérer

Je passe mon temps

A tuer le temps

A coup de verre pilé

Car je suis, je suis, le bouffon du roi

Je suis, je suis, je suis

Je suis, je suis, le bouffon du roi

Quand je vois passer les ânes

En bas, sur le pont levis

Je rêve de leur casser le crâne

J’y pense toute les nuits

Je perds le pôle

Au fond de ma piaule

A compter mes deniers

Je ne suis pas roi

Mais j’ai de quoi

Me faire couronner

Car je suis, je suis, je suis le bouffon du roi

Je suis, je suis, je suis

Je suis, je suis, le bouffon du roi

Premier confident de la reine

Je connais tous ses contours

Je vais goûter la verveine

Chez elle, le soir, dans la tour

J’ai un serpent dans le tympan

Qui voudrait bien sortir

Elle me donne ses chiens

Je vais dans les coins

Pour les faire souffrir

Car, je suis, je suis, je suis le bouffon du roi

Je suis, je suis, je suis

Je suis, je suis le bouffon du roi

Un jour, je passerai la barrière

Je sauterai le fossé

J’irai dans un cimetière

Pour apprendre àrespirer

Sous un cyprès, je me coucherai

Puis je m’endormirai

Entre mes doigts

Je tiendrai les croix

J’adore les fleurs fanées.

Je suis, je suis, je suis le bouffon du roi

Je suis, je suis, je suis

Je suis, je suis le bouffon du roi

Je suis, je suis, je suis le bouffon du roi

Je suis, je suis, je suis

Je suis, je suis, le bouffon du roi

Ha, ha, ha, ha, ha

Ik was de hersenverbrander

Ik was de koning van de beulen

Ze namen hun karvelen mee

Om me naar het kasteel te leiden

Ze sloten me op in een kelder

Een vies gesloten gat

ik was een slaaf

Maar ik wist hoe ik het moest beheren

Want ik ben, ik ben, ik ben de nar van de koning

ik ben, ik ben, ik ben,

Ik ben, ik ben, de nar van de koning

Ik moet ramen breken

Om de hovelingen aan het lachen te maken

Op de schragen, rondhangen

Om de kinderen te vermaken

Tien jaar dienst

maar ik heb ondeugden

Wie wil er losbreken?

ik spendeer mijn tijd

om de tijd te doden

Met gebroken glas

Want ik ben, ik ben de nar van de koning

ik ben, ik ben, ik ben

Ik ben, ik ben, de nar van de koning

Als ik de ezels voorbij zie komen

Beneden op de ophaalbrug

Ik droom ervan hun schedels te breken

Ik denk er elke avond aan

Ik verlies de paal

Diep in mijn pad

Tel mijn geld

ik ben geen koning

Maar wat heb ik?

Laat me kronen

Want ik ben, ik ben, ik ben de nar van de koning

ik ben, ik ben, ik ben

Ik ben, ik ben, de nar van de koning

Koningin's eerste vertrouweling

Ik ken al zijn contouren

Ik zal de verbena proeven

Thuis, 's avonds, in de toren

Ik heb een slang in mijn trommelvlies

Wie wil er uit?

Ze geeft me haar honden

ik ga om de hoek

Om ze te laten lijden

Want ik ben, ik ben, ik ben de nar van de koning

ik ben, ik ben, ik ben

Ik ben, ik ben de nar van de koning

Op een dag zal ik de slagboom passeren

Ik spring over de sloot

Ik ga naar een begraafplaats

Om te leren ademen

Onder een cipres zal ik gaan liggen

Dan val ik in slaap

Tussen mijn vingers

Ik zal de kruisen vasthouden

Ik hou van vervaagde bloemen.

Ik ben, ik ben, ik ben de nar van de koning

ik ben, ik ben, ik ben

Ik ben, ik ben de nar van de koning

Ik ben, ik ben, ik ben de nar van de koning

ik ben, ik ben, ik ben

Ik ben, ik ben, de nar van de koning

Ha, ha, ha, ha, ha