В Аркашиной квартире - Олег Митяев, Константин Тарасов

В Аркашиной квартире живут чужие люди,

Ни Юли, ни Аркаши давно в тех стенах нет,

Там также не сижу я с картошечкой в мундире,

И вовсе не Аркашин там зажигают свет.

Неужто эти годы прошли на самом деле?

Пока мы разбирались: кто теща, кто свекровь?

Куда же мы глядели, покуда все галдели,

И бойко рифмовали слова «Любовь"и «Кровь».

В Аркашиной квартире бывали эти рифмы

Не в виде сочинений, но в виде высоты,

Там даже красовалась неясным лагорифмом

Абстрактная картина для общей красоты.

Нам это все досталось не в качестве наживы,

И был неповторимым наш грошевой уют,

Ах, славу богу, брат мой, что все мы вроде живы,

И все, что мы имеем, уже не украдут.

Мы были так богаты чужой и общей болью,

Наивною моралью, желаньем петь да петь.

Все это оплатили любовью мы и кровью,

Не дай нам бог, ребята, в дальнейшем обеднеть.

В Аркашиной квартире все бродят наши тени,

На кухне выпивают и курят у окна…

Абстрактная картина, судеб переплетенье,

И так несправедливо, что жизнь у нас одна.

Vreemden wonen in het appartement van Arkasha,

Noch Yulia noch Arkasha zijn al lang binnen die muren,

Ik zit daar ook niet met aardappelen in uniform,

En het is niet Arkashin die daar het licht aandoet.

Zijn deze jaren echt voorbij?

Terwijl we aan het uitzoeken waren: wie is de schoonmoeder, wie is de schoonmoeder?

Waar waren we aan het kijken, terwijl iedereen luidruchtig was,

En de woorden "Liefde" en "Bloed" rijmen mooi op elkaar.

Er waren deze rijmpjes in het appartement van Arkasha

Niet in de vorm van composities, maar in de vorm van hoogte,

Er pronkte zelfs een obscure lagorithme

Abstract schilderij voor algemene schoonheid.

We hebben het allemaal niet als winst,

En onze centcomfort was uniek,

Oh, godzijdank, mijn broer, dat we allemaal lijken te leven,

En alles wat we hebben wordt niet gestolen.

We waren zo rijk aan andermans en gewone pijn,

Naïeve moraal, het verlangen om te zingen en te zingen.

We hebben dit alles met liefde en bloed betaald,

God verhoede, jongens, we zullen armer worden in de toekomst.

In het appartement van Arkasha dwalen onze schaduwen allemaal rond,

In de keuken drinken en roken ze bij het raam...

Abstracte schilderkunst, het lot verweven,

En het is zo oneerlijk dat we maar één leven hebben.