Светлое прошлое - Олег Митяев, Константин Тарасов

Наш пароходик отходит в светлое прошлое,

И половицы пути не успев отсчитать,

И настоящее время, с лицом перекошенным,

Плакать не станет на пристани и причитать.

Наш пароходик отходит в светлое прошлое,

В лето с рубашками в клетку, в наивность речей,

В песни забытые, и в ожиданье хорошего,

В шелест плащей из болоньи и прочих вещей.

Припев: В прошедшее, знакомое

Туда, где февраль и прозрачен и свеж.

Там в сумерках окно мое

От радости светится и от надежд.

Там в сумерках окно мое

От радости светится и от надежд.

Нас не пугают давно никакие метели,

Но и не греет огней разноцветная слизь…

Ну, созвонились, как водится, ну, посидели.

Кто-то напился, и заполночь все разошлись.

Наш пароходик отходит в светлое прошлое.

Но без волнений отходит и без труда.

Не потому, что так хочется нам невозможного,

Просто не хочется больше оже никуда.

Припев: Ни из окна, где свет погас,

Ни в скит, ни в страну, где получше живут,

В обратный путь, туда где нас

По-прежнему помнят, жалеют и ждут.

Пахнут короткие дни, словно яблоки зимние.

Странно, что и карвалол пахнет также почти.

Ах, пароходик, хоть на день, прошу, отвези меня,

Ну, отвези хоть на вечер -- за труд не сочти.

Onze stoomboot vertrekt naar een helder verleden,

En geen tijd hebben om de vloerplanken van het pad te tellen,

En de huidige tijd, met een verwrongen gezicht,

Ze zal niet huilen op de pier en jammeren.

Onze stoomboot vertrekt naar een helder verleden,

In de zomer met geruite overhemden, in de naïviteit van toespraken,

In vergeten liederen, en in afwachting van het goede,

In het geritsel van Bologna regenjassen en andere dingen.

Koor: Vroeger, bekend

Waar februari zowel transparant als fris is.

Daar in de schemering mijn raam

Het gloeit van vreugde en van hoop.

Daar in de schemering mijn raam

Het gloeit van vreugde en van hoop.

We zijn al lang niet meer bang voor sneeuwstormen,

Maar veelkleurig slijm verwarmt de vuren niet ...

Nou, we belden, zoals gewoonlijk, nou, gingen zitten.

Iemand werd dronken en na middernacht ging iedereen uiteen.

Onze stoomboot vertrekt naar een helder verleden.

Maar hij vertrekt zonder zorgen en zonder moeite.

Niet omdat we zo het onmogelijke willen,

Je wilt gewoon nergens anders heen.

Koor: Niet vanuit het raam waar het licht uitging,

Noch naar de skete, noch naar het land waar ze beter leven,

Op de weg terug naar waar we zijn

Ze herinneren het zich nog, hebben spijt en wachten af.

Korte dagen ruiken naar winterappels.

Het is vreemd dat carvalol bijna hetzelfde ruikt.

Oh, stoomboot, alleen voor een dag, neem me alsjeblieft,

Nou, neem me tenminste voor de avond - beschouw het niet als werk.