Дорога - Олег Митяев, Константин Тарасов

Хоть дорога, как стиральная доска,

И качает грузовик наш, и трясет,

Из груди никак не выскочит тоска

И обидой по щекам не потечет.

Скоро станет на полях темным-темно,

Можно будет огоньки пересчитать.

Те, что воткнуты, как свечки, в горизонт,

Словно в церкви, чтоб кого-то отпевать.

Двенадцать писем под полой — мое сокровище.

Я этой памяти хозяин и слуга.

Двенадцать месяцев читаю, а чего еще,

Когда хандра привычна и долга?

Слава Богу, что хоть было и вот так

На листочках синей пастой запеклось,

Что возможно на заснеженных верстах

Сочинять, что в самом деле не сбылось.

Степь закатным серпантином осыпать,

Добавлять лиловых сумерек на снег

До тех пор, пока не стану засыпать,

Продолжая вспоминать тебя во сне.

И ты возникаешь, как ночной звонок межгорода.

Я помню свет, когда ты в дом вошла.

И я был с ног до головы облит тем золотом,

Да позолота вся со временем сошла.

Вот и еду, и печаль невелика,

Что глаза мои слезятся на ветру.

Только дату на борту грузовика

Я сквозь изморозь никак не разберу.

То ли год, когда вернусь издалека,

То ли месяц, тот, что встречей наградит,

То ли день, когда глубокая река

Бесконечную дорогу преградит.

Hoewel de weg als een wasbord is

En onze truck schommelt en schudt,

Verlangen zal niet uit de borst springen

En wrok zal niet over de wangen stromen.

Straks wordt het donker, donker in de velden,

Je kunt de lichten tellen.

Degenen die vastzitten als kaarsen in de horizon,

Zoals in een kerk om iemand te begraven.

Twaalf letters onder de rok zijn mijn schat.

Ik ben de meester en dienaar van deze herinnering.

Ik ben al twaalf maanden aan het lezen, en wat nog meer,

Wanneer is de blues gewoonte en plicht?

Godzijdank was het tenminste zo

Het werd op de bladeren gebakken met blauwe pasta,

Wat is er mogelijk op besneeuwde kilometers

Componeren wat echt niet is uitgekomen.

Douche de steppe met zonsondergang serpentijn,

Voeg paarse schemering toe aan de sneeuw

Tot ik in slaap val

Je blijft je herinneren in een droom.

En je staat op als een nachtelijk gesprek over lange afstand.

Ik herinner me het licht toen je het huis binnenkwam.

En ik was van top tot teen bedekt met dat goud,

Ja, het vergulden is er in de loop van de tijd allemaal afgekomen.

Hier is het eten, en het verdriet is niet groot,

Dat mijn ogen waterig zijn in de wind.

Alleen de datum op de vrachtwagen

Ik kan de vorst niet onderscheiden.

Of het jaar waarin ik van verre terugkeer,

Ofwel de maand, degene die beloont met een ontmoeting,

Ofwel de dag waarop de diepe rivier

Zal de eindeloze weg blokkeren.