Близится ночь - Марк Тишман

Расскажи мне правду!

Вот моя рука.

Что же будет завтра, будешь ли красива и легка?

Расскажи мне правду!

Покажи далёкую звезду!

С кем ты будешь рядом или чьё я сердце украду?

Припев:

Близится ночь, а расставаться не хочется —

Я буду героем твоего одиночества;

В тихом плену у бессонницы,

На ваши звонки не ответим бессовестно.

Близится ночь, ночь, ночь;

Мы чьи-то сын и дочь;

И наши мамы хотели нам счастья,

Но близится ночь и сердце на части.

Ветер, ветер, ветер по небу все гонит облака.

Мы с тобой, как дети в свете непогасшего огня.

Рифмы все банальны и до неприличия просты.

Счастье этой спальни два местоимения — я и ты.

Припев:

Близится ночь, а расставаться не хочется —

Я буду героем твоего одиночества;

В тихом плену у бессонницы,

На ваши звонки не ответим бессовестно.

Близится ночь, ночь, ночь;

Мы чьи-то сын и дочь;

И наши мамы хотели нам счастья,

Но близится ночь и сердце на части.

Vertel me de waarheid!

Hier is mijn hand.

Wat gebeurt er morgen, word je mooi en licht?

Vertel me de waarheid!

Laat me een verre ster zien!

Naast wie zal je zijn of wiens hart zal ik stelen?

Refrein:

De nacht komt eraan, maar ik wil niet scheiden...

Ik zal de held zijn van je eenzaamheid;

In stille gevangenschap van slapeloosheid,

We zullen je telefoontjes niet schaamteloos beantwoorden.

De nacht komt, nacht, nacht;

We zijn iemands zoon en dochter;

En onze moeders wilden dat we gelukkig waren,

Maar de nacht komt eraan en het hart is in stukken.

Wind, wind, wind drijft de wolken door de lucht.

Jij en ik zijn als kinderen in het licht van een ongeblust vuur.

De rijmpjes zijn allemaal banaal en obsceen eenvoudig.

Het geluk van deze slaapkamer is twee voornaamwoorden - ik en jij.

Refrein:

De nacht komt eraan, maar ik wil niet scheiden...

Ik zal de held zijn van je eenzaamheid;

In stille gevangenschap van slapeloosheid,

We zullen je telefoontjes niet schaamteloos beantwoorden.

De nacht komt, nacht, nacht;

We zijn iemands zoon en dochter;

En onze moeders wilden dat we gelukkig waren,

Maar de nacht komt eraan en het hart is in stukken.