In the White Giant's Thigh - Dylan Thomas
С переводом

In the White Giant's Thigh - Dylan Thomas

Год
2012
Язык
`Engels`
Длительность
314660

Hieronder staat de songtekst van het nummer In the White Giant's Thigh , artiest - Dylan Thomas met vertaling

Tekst van het liedje " In the White Giant's Thigh "

Originele tekst met vertaling

In the White Giant's Thigh

Dylan Thomas

Оригинальный текст

Through throats where many rivers meet, the curlews cry

Under the conceiving moon, on the high chalk hill,

And there this night I walk in the white giant’s thigh

Where barren as boulders women lie longing still

To labour and love though they lay down long ago.

Through throats where many rivers meet, the women pray,

Pleading in the waded bay for the seed to flow

Though the names on their weed grown stones are rained

Away

And alone in the night’s eternal, curving act

They yearn with tongues of curlews for the unconceived

And immemorial sons of the cudgelling, hacked

Hill.

Who once in gooseskin winter loved all ice leaved

In the courters' lanes, or twined in the ox roasting

Sun

In the wains tonned so high that the wisps of the hay

Clung to the pitching clouds, or gay with any one

Young as they in the after milking moonlight lay

Under the lighted shapes of faith and their moonshade

Petticoats galed high, or shy with the rough riding

Boys,

Now clasp me to their grains in the gigantic glade,

Who once, green countries since, were a hedgerow of Joys.

Time by, their dust was flesh the swineherd rooted sly,

Flared in the reek of the wiving sty with the rush

Light of his thighs, spreadeagle to the dunghill sky,

Or with their orchard man in the core of the sun’s bush

Rough as cows' tongues and trashed with brambles their

Buttermilk

Manes, under his quenchless summer barbed gold to the

Bone,

Or rippling soft in the spinney moon as the silk

And ducked and draked white lake that harps to a hail

Stone.

Who once were a bloom of wayside brides in the hawed

House

And heard the lewd, wooed field flow to the coming

Frost,

The scurrying, furred small friars squeal, in the dowse

Of day, in the thistle aisles, till the white owl

Crossed

Their breast, the vaulting does roister, the horned

Bucks climb

Quick in the wood at love, where a torch of foxes

Foams,

All birds and beasts of the linked night uproar and

Chime

And the mole snout blunt under his pilgrimage of domes,

Or, butter fat goosegirls, bounced in a gambo bed,

Their breasts full of honey, under their gander king

Trounced by his wings in the hissing shippen, long dead

And gone that barley dark where their clogs danced in The spring,

And their firefly hairpins flew, and the ricks ran

Round —

(But nothing bore, no mouthing babe to the veined hives

Hugged, and barren and bare on Mother Goose’s ground

They with the simple Jacks were a boulder of wives) —

Now curlew cry me down to kiss the mouths of their

Dust.

The dust of their kettles and clocks swings to and fro

Where the hay rides now or the bracken kitchens rust

As the arc of the billhooks that flashed the hedges low

And cut the birds' boughs that the minstrel sap ran

Red.

They from houses where the harvest bows, hold me hard,

Who heard the tall bell sail down the Sundays of the

Dead

And the rain wring out it’s tongues on the faded yard,

Teach me the love that is evergreen after the fall

Leaved

Grave, after Beloved on the grass gulfed cross is Scrubbed

Off by the sun and Daughters no longer grieved

Save by their long desirers in the fox cubbed

Streets or hungering in the crumbled wood: to these

Hale dead and deathless do the women of the hill

Love for ever meridian through the courters' trees

And the daughters of darkness flame like Fawkes fires

Still.

Перевод песни

Door kelen waar veel rivieren samenkomen, huilen de wulpen

Onder de zwanger wordende maan, op de hoge krijtheuvel,

En daar deze nacht loop ik in de dij van de witte reus

Waar onvruchtbaar als rotsblokken vrouwen stil liggen te verlangen

Om te werken en lief te hebben, hoewel ze lang geleden hebben gelegen.

Door kelen waar veel rivieren samenkomen, bidden de vrouwen,

Smekend in de doorwaadbare baai om het zaad te laten stromen

Hoewel de namen op hun met wiet gekweekte stenen regenachtig zijn

Weg

En alleen in de eeuwige, gebogen act van de nacht

Ze smachten met tongen van wulpen naar de ongeborenen

En onheuglijke zonen van de knuppels, gehackt

Heuvel.

Wie ooit in de winter van ganzenvel van al het ijs hield

In de lanen van de hovelingen, of gevlochten in de ossenbraden

Zon

In de wagens zo hoog getond dat de slierten van het hooi

Klampte zich vast aan de neerslaande wolken, of homo met wie dan ook

Jong als ze in het maanlicht na het melken lagen

Onder de verlichte vormen van geloof en hun maanscherm

Petticoats galmden hoog, of verlegen met het ruige rijden

Jongens,

Houd me nu vast aan hun graan in de gigantische open plek,

Die ooit, sindsdien groene landen, een heg van Joys waren.

Na verloop van tijd was hun stof vlees, de varkenshoeder sluw geworteld,

Fladderde in de stank van de vrouwenstal met de biezen

Licht van zijn dijen, uitgespreide adelaar naar de hemel van de mesthoop,

Of met hun boomgaardman in het hart van de zonnestruik

Ruw als koeientongen en bezaaid met braamstruiken

Karnemelk

Manes, onder zijn onblusbare zomer goud met weerhaken aan de

Bot,

Of zacht golvend in de spinney-maan als zijde

En gedoken en gedrenkt wit meer dat tot een hagel harp

Steen.

Die ooit een bloei waren van bruiden langs de weg in de hawed

Huis

En hoorde het onzedelijke, uitgelokte veld naar de komst stromen

Vorst,

De haastige, behaarde kleine broeders gillen in de wichelroede

Van dag, in de distelgangen, tot de witte uil

gekruist

Hun borst, het gewelf bruist, de gehoornde

Bucks klimmen

Snel in het bos bij liefde, waar een fakkel van vossen

Schuimen,

Alle vogels en beesten van de gekoppelde nacht rumoer en

bel

En de snuit van de mol stomp onder zijn pelgrimstocht van koepels,

Of, botervette ganzenmeisjes, gestuiterd in een gambo bed,

Hun borsten vol honing, onder hun ganderkoning

Verpletterd door zijn vleugels in de sissende scheepspen, allang dood

En verdwenen die gerstdonker waar hun klompen dansten in de lente,

En hun vuurvlieghaarspeldbochten vlogen, en de ricks renden

Rond —

(Maar niets verveelde, geen baby met een mond tegen de geaderde netelroos

Omhelsd, en onvruchtbaar en kaal op de grond van Moeder de Gans

Zij met de eenvoudige Jacks waren een kei van vrouwen) -

Nu wulp huil me naar beneden om hun mond te kussen

Stof.

Het stof van hun ketels en klokken zwaait heen en weer

Waar het hooi nu rijdt of de adelaarsvaren keukens roesten

Als de boog van de billhooks die de heggen laag flitsten

En snijd de takken van de vogels door waar het sap van de minstreel uit liep

Rood.

Ze van huizen waar de oogst buigt, houden me stevig vast,

Wie hoorde de hoge bel varen op de zondagen van de

Dood

En de regen wringt zijn tongen uit op de verbleekte tuin,

Leer me de liefde die groenblijvend is na de herfst

Gebladerd

Grave, nadat Geliefde op het met gras begroeide kruis is geschrobd

Weg bij de zon en Dochters rouwden niet langer

Red door hun lange verlangens in de vossenwelp

Straten of hongeren in het afgebrokkelde hout: naar deze

Hale dood en onsterfelijk doen de vrouwen van de heuvel

Liefde voor altijd meridiaan door de bomen van de vrijers

En de dochters van de duisternis vlammen als Fawkes-vuren

Nog steeds.

Meer dan 2 miljoen songteksten

Liedjes in verschillende talen

Vertalingen

Hoogwaardige vertalingen in alle talen

Snel zoeken

Vind binnen enkele seconden de teksten die je nodig hebt