Темнота - Дети лабиринта

Темнота спустилась на город.

Пустота в наших глазах.

И гроза, в ушах наших грохот,

Вызывает неведомый страх.

Молнии сверкают над нами.

Заливает костры наши дождь.

Мы грешны перед Богами,

Мы умрем в эту черную ночь.

Приступ страха живет вместе с нами,

Только дождь пробуждает его!

Ураган летит над городами.

Стены тьмы встают из ничего.

И мы видим: врата преисподней

Открываются где-то в горах.

Скоро утро сны все прогонит,

И закончится неведомый страх!

De duisternis viel over de stad.

Leegte in onze ogen.

En een onweersbui, in onze oren een gebrul,

Veroorzaakt onbekende angst.

Bliksem flitst boven ons.

Regen vult onze vuren.

Wij zijn zondaars voor de Goden,

We zullen sterven op deze zwarte nacht.

Een aanval van angst leeft bij ons,

Alleen de regen maakt hem wakker!

De orkaan vliegt over de steden.

Muren van duisternis rijzen uit het niets op.

En we zien: de poorten van de hel

Ze openen ergens in de bergen.

Spoedig zal de ochtend alle dromen verdrijven,

En de onbekende angst zal eindigen!