Пеленгатор - Дети лабиринта

Уходил вглубь себя все чаще,

Каждый раз пробираясь ближе —

По оврагам — к дремучей чаще,

Где блуждали Христос и Ницше.

Слышал их голоса невнятно,

И не мог разобрать ни слова…

Воздух лился туда-обратно,

Лес листвою шумел сурово.

Я пытался вскарабкаться к Богу

По стволу одного из деревьев.

Птицы мне преградили дорогу,

Свив препону из веток и перьев.

А затем, заклевали вовсе —

Счастья вестники, голуби мира.

Жизнь застыла в немом парадоксе

И глядела на труп мой уныло.

Я очнулся среди веселья,

Обезмолвленный этими снами.

Люди пили вино и ели

Что-то жирное жадными ртами.

Вдруг в свиные ужасные рыла

Превратились их сытые лица,

И в гримасах кривых застыли,

Будто ждали, что что-то случится…

Тут же кто-то внезапно сзади

Мне на шею петлю накинул!

Я успел разглядеть лишь пряди

Длинных черных волос… и сгинул.

По оврагам к той чаще дальней

Я поспешно опять пробрался.

Птицы будто меня узнали,

Стали в стаи большие слетаться.

Я в испуге быть вновь убитым —

Пал ничком на траву, рыдая.

Загудел ветер басом диким,

Дождь полил без конца и края.

«Ты боишься и плачешь напрасно,

Ничего в смерти нет дурного!»

—

Я услышал вдруг четко и ясно,

Обернулся и увидел слепого.

Он стоял, опершись на посох,

В небеса устремляя бельма.

В голове завертелись вопросы,

Но во рту было всё будто склеено.

Я мыча приподнялся.

Руками

Стал искать на своем лице губы.

Но их не было там… Рывками

Мое горло стянулось туго.

Наступило удушье и тело

Через миг прекратило движения.

Тишина в ушах загустела.

А в глазах застыли мгновения.

В тех мгновениях не было сути,

С виду несколько рваных картинок —

Птицы, лес, какие-то люди,

Дождь, гроза, слепой дряхлый инок…

За оврагами дремлет чаща,

Ветер носится без оглядки.

Ухожу вглубь себя все чаще,

И со Смертью играю в прятки.

(июнь 2009)

Ik ging steeds dieper in mezelf,

Elke keer dichterbij

Door de ravijnen - vaker naar de dichter,

Waar Christus en Nietzsche ronddwaalden.

Ik hoorde hun stemmen onduidelijk,

En ik kon geen woord verstaan...

Lucht stroomde heen en weer

Het bos ritselde hard van het gebladerte.

Ik probeerde naar God te klimmen

Langs de stam van een van de bomen.

De vogels blokkeerden mijn weg

Een obstakel van takken en veren hebben gedraaid.

En toen pikten ze helemaal -

Geluksboodschappers, vredesduiven.

Het leven is bevroren in een domme paradox

En keek verdrietig naar mijn lijk.

Ik werd wakker in het midden van de pret,

Tot zwijgen gebracht door deze dromen.

Mensen dronken wijn en aten

Iets diks met gulzige monden.

Plotseling in verschrikkelijke varkenssnuiten

Hun weldoorvoede gezichten draaiden zich om

En in de grimassen van de bochten bevroor ze,

Het was alsof ik wachtte tot er iets zou gebeuren...

Meteen, iemand plotseling achter

Hij gooide een strop om mijn nek!

Ik ben erin geslaagd om alleen strengen te zien

Lang zwart haar... en verdwenen.

Langs de ravijnen naar dat verder weg

Ik haastte me er weer doorheen.

De vogels leken me te herkennen

Ze begonnen in grote groepen te vliegen.

Ik ben bang om weer vermoord te worden -

Viel met zijn gezicht naar beneden op het gras, snikkend.

De wind zoemde met een wilde bas,

De regen stroomde eindeloos.

"Je bent bang en huilt tevergeefs,

Er is niets mis met de dood!”

—

Ik hoorde plotseling duidelijk en duidelijk

Ik draaide me om en zag een blinde man.

Hij stond leunend op een staf,

Een cataract die naar de hemel leidt.

Vragen spookten door mijn hoofd

Maar in de mond leek alles aan elkaar gelijmd.

Ik stond loeiend op.

handen

Hij begon te zoeken naar lippen op zijn gezicht.

Maar die waren er niet...

Mijn keel was strak.

Er was verstikking en het lichaam

Na een moment stopte het met bewegen.

De stilte verdikte zich in mijn oren.

En momenten bevroor in mijn ogen.

Er was geen essentie op die momenten,

Ziet eruit als een paar gescheurde foto's -

Vogels, bos, sommige mensen,

Regen, donder, blinde, afgeleefde monnik...

Een struikgewas sluimert achter de ravijnen,

De wind waait zonder achterom te kijken.

Ik duik steeds dieper in mezelf,

En ik speel verstoppertje met de Dood.

(juni 2009)