Апокалипсис - Чёрный Обелиск

Черные крылья над призрачным миром парят,

Мрачно, беззвучно дома и деревья горят,

В прах превратились ристалища, храмы, дворцы,

Ненависть, зло и безумие смерти творцы.

Все что останется пепел и черная гарь,

Мечется смерть, торжествующий грозный звонарь.

Ты не увидишь последний багровый закат,

И не услышишь последний гудящий набат.

Припев Что нас ведет к такому концу,

Чтобы увидеть лицом к лицу

Ужас и муки, страданья и страх,

Непобедимого разума крах,

Что нас ведет к такому концу,

Чтобы увидеть лицом к лицу

Полные муки и боли глаза

Словно немыслимой скорби слеза?

Ада исчадия вырвались из-под земли.

Милости больше не жди, сожжены корабли.

Ужасы мрака, безмолвие, вечная ночь.

Тени людей улетят тихим шорохом прочь!

Все что останется пепел и черная гарь,

Мечется смерть, торжествующий грозный звонарь.

Ты не увидишь последний багровый закат,

И не услышишь последний гудящий набат.

Zwarte vleugels zweven over de spookachtige wereld,

Sombere, geluidloze huizen en bomen branden,

De stadions, tempels, paleizen veranderden in stof,

Haat, kwaad en waanzin van de dood zijn de scheppers.

Het enige dat overblijft is as en zwarte sintel,

De dood raast rond, een triomfantelijke formidabele klokkenluider.

Je zult de laatste karmozijnrode zonsondergang niet zien,

En je zult het laatste zoemende alarm niet horen.

Koor Wat leidt ons naar zo'n einde,

Van aangezicht tot aangezicht zien

Verschrikking en kwelling, lijden en angst,

Onoverwinnelijke ineenstorting van de geest

Wat leidt ons tot zo'n einde?

Van aangezicht tot aangezicht zien

Ogen vol angst en pijn

Als een traan van ondenkbaar verdriet?

Hellfiends barsten uit onder de grond.

Geen genade meer, de schepen zijn verbrand.

Verschrikkingen van duisternis, stilte, eeuwige nacht.

De schaduwen van mensen zullen wegvliegen met een zacht geritsel weg!

Het enige dat overblijft is as en zwarte sintel,

De dood raast rond, een triomfantelijke formidabele klokkenluider.

Je zult de laatste karmozijnrode zonsondergang niet zien,

En je zult het laatste zoemende alarm niet horen.