Рябью - Вера Полозкова

господи мой, прохладный, простой, улыбчивый и сплошной

тяжело голове, полной шума, дребезга, всякой мерзости несмешной

протяни мне сложенные ладони да напои меня тишиной

я несу свою вахту, я отвоёвываю у хаоса крошечный вершок за вершком

говорю всем: смотрите, вы всемогущие (они тихо друг другу: «здорово,

но с душком»)

у меня шесть рейсов в неделю, господи, но к тебе я пришел пешком

рассказать ли, как я устал быть должным и как я меньше того, что наобещал

как я хохотал над мещанами, как стал лабухом у мещан

как я экономлю движения, уступая жилье сомнениям и вещам

ты был где-то поблизости, когда мы пели целой кухней, вся синь и пьянь,

дилана и высоцкого, все лады набекрень, что ни день, то всклянь,

ты гораздо дальше теперь, когда мы говорим о дхарме и бхакти-йоге, про инь и ян потому что во сне одни психопаты грызут других, и ты просыпаешься от грызни

наблюдать, как тут месят, считают месяцы до начала большой резни

что я делаю здесь со своею сверхточной оптикой, отпусти меня, упраздни

я любил-то всего, может, трёх человек на свете, каждая скула как кетмень

и до них теперь не добраться ни поездом, ни паромом, ни сунув руку им за ремень:

безразличный металл, оргстекло, крепления, напыление и кремень

господи мой, господи, неизбывные допамин и серотонин

доживу, доумру ли когда до своих единственных именин

побреду ли когда через всю твою музыку, не закатывая штанин

через всю твою реку света, все твои звёздные лагеря,

где мои неживые братья меня приветствуют, ни полслова не говоря,

где узрю, наконец, воочию — ничего не бывает зря

где ты будешь стоять спиной (головокружение и джетлаг)

по тому, как рябью идет на тебе футболка, так, словно под ветром флаг

я немедленно догадаюсь, что ты ревешь, закусив кулак

mijn god, cool, eenvoudig, glimlachend en solide

zwaar hoofd, vol lawaai, geratel, allerlei gruwelen niet grappig

strek je gevouwen handpalmen naar me uit en geef me stilte om te drinken

Ik houd mijn horloge, ik win een kleine centimeter voor centimeter terug van chaos

Ik zeg tegen iedereen: kijk, je bent almachtig (ze zijn stil tegen elkaar: "geweldig,

maar met verstikking")

Ik heb zes vluchten per week, Heer, maar ik kwam te voet naar u toe

om te vertellen hoe moe ik ben van de uitgerekende datum en waarom ik minder ben dan wat ik beloofde

hoe ik lachte om de burgers, hoe ik kleinburger werd

hoe ik beweging red, huisvesting opgevend aan twijfels en zo

je was ergens in de buurt toen we zongen met de hele keuken, helemaal blauw en dronken,

Dylan en Vysotsky, alle wegen aan één kant, elke dag, roepen dan uit:

je bent nu veel verder als we het hebben over dharma en bhakti yoga, over yin en yang, want in een droom knagen sommige psychopaten aan anderen, en word je wakker van gekibbel

kijk hoe ze hier kneden, tel de maanden tot het begin van het grote bloedbad

wat doe ik hier met mijn ultra-precieze optica, laat me gaan, afschaffen?

Ik hield van alles, misschien drie mensen op de wereld, elk jukbeen is als een kattenman

en nu zijn ze niet bereikbaar met de trein, noch met de veerboot, of door je hand in hun riem te steken:

onverschillig metaal, plexiglas, armaturen, coating en vuursteen

mijn God, mijn God, onontkoombare dopamine en serotonine

Ik zal leven, zal ik ooit sterven tot mijn enige naamdag

zal ik ooit door al je muziek dwalen zonder mijn broek op te rollen

door heel je rivier van licht, al je sterrenkampen,

waar mijn levenloze broers me begroeten zonder een woord te zeggen,

waar ik eindelijk met mijn eigen ogen zal zien - niets is tevergeefs

waar ga je staan ​​met je rug (duizeligheid en jetlag)

je T-shirt rimpelt trouwens, als een vlag in de wind

Ik vermoed meteen dat je brult, op je vuist bijt