Детство - Илья Чёрт

Я жил в замечательном доме на окраине Земли,

И наша жопа Мира славилась улыбкой детворы.

У нас не любили негров и американские жевачки,

И после подзатыльников в школе нам задавали домой задачки.

Заходивший случайно к нам во двор уйти мог без ботинок,

А на южном кладбище, что рядом, росло число могилок.

Несли цветы, прощались, и всё начиналось снова…

Мы бились колами двор на двор за случайно брошенное слово.

Давай, браток, на посошок.

Я ухожу, ты знаешь — нету здесь мне места!

Но где б я не был, где б не жил —

Я помню нашу песню о счастливом детстве.

А у меня, по ходу дела, был первый этаж и пошарпаная дверь.

И мимо проходя, стучали в неё все кому не лень.

Мы сидели до утра, я пел им песни, они несли вино,

И поэтому на следующий день в школу не пошёл никто.

Быстро ходит по кругу с чем-то мутным пивная кружка.

Восьмиклассница из нашей школы родила вчера девчушку,

и теперь она уходит на завод считать свои копейки.

В тёмном углу лежат теперь её ручки и линейки.

Давай, браток, на посошок.

Я ухожу, ты знаешь — нету здесь мне места!

Но где б я не был, где б не жил —

Я помню нашу песню о счастливом детстве.

Наши соседи были нам отчаянным примером:

Где выгодно сдать бутылки, как стать лучшим пионером…

А когда врагов было много, мы вызывали мента Серёжу.

Он любил деньги и пил много водки, и шмыгал что-то под кожу.

А теперь у нас много новых домов и новые детишки.

В школе чеком героина они закладывают книжки.

Они курят под партой ганжу и носят в портфеле «плейбой»,

Поэтому я не живу там больше и не хочу домой!

Давай, браток, на посошок.

Я ухожу, ты знаешь — нету здесь мне места!

Но где б я не был, где б не жил —

Я помню нашу песню о счастливом детстве.

Ik woonde in een prachtig huis aan de rand van de aarde,

En onze reet Mir was beroemd om de glimlach van de kinderen.

We hielden niet van zwarten en Amerikaanse kauwgom,

En na de klappen op school kregen we opdrachten thuis.

Iedereen die per ongeluk onze tuin binnenkwam, kon zonder schoenen vertrekken,

En op de zuidelijke begraafplaats, die vlakbij ligt, groeide het aantal graven.

Ze droegen bloemen, namen afscheid en alles begon opnieuw...

We vochten met staken van erf tot erf voor een per ongeluk gegooid woord.

Kom op, broer, op pad.

Ik ga weg, weet je - er is hier geen plaats voor mij!

Maar waar ik ook was, waar ik ook woonde -

Ik herinner me ons lied over een gelukkige jeugd.

En onderweg had ik de eerste verdieping en een armoedige deur.

En langskomend klopte iedereen die niet lui was erop aan.

We zaten tot de ochtend, ik zong liedjes voor ze, ze brachten wijn,

En daarom ging niemand de volgende dag naar school.

Een bierpul loopt snel in een cirkel met iets troebels.

Een achtste-klasser van onze school is gisteren bevallen van een meisje,

en nu gaat ze naar de fabriek om haar centjes te tellen.

Haar pennen en linialen staan ​​nu in een donkere hoek.

Kom op, broer, op pad.

Ik ga weg, weet je - er is hier geen plaats voor mij!

Maar waar ik ook was, waar ik ook woonde -

Ik herinner me ons lied over een gelukkige jeugd.

Onze buren waren een wanhopig voorbeeld voor ons:

Waar het winstgevend is om flessen te doneren, hoe de beste pionier te worden ...

En als er veel vijanden waren, belden we de agent Seryozha.

Hij hield van geld en dronk veel wodka, en snoof iets onder zijn huid.

En nu hebben we veel nieuwe huizen en nieuwe kinderen.

Op school verpanden ze boeken met een cheque heroïne.

Ze roken wiet onder het bureau en dragen een playboy in hun aktetas,

Daarom woon ik er niet meer en wil ik ook niet naar huis!

Kom op, broer, op pad.

Ik ga weg, weet je - er is hier geen plaats voor mij!

Maar waar ik ook was, waar ik ook woonde -

Ik herinner me ons lied over een gelukkige jeugd.