Улетаем - Юрий Визбор

Листьев маленький остаток

Осень поздняя кружила.

Вот он, странный полустанок

Для воздушных пассажиров.

Слабый ветер ностальгии

На ресницах наших тает.

До свиданья, дорогие, —

Улетаем, улетаем.

Мы в надежде и в тревоге

Ждем в дороге перемены,

Ожидая, что дороги

Заврачуют боль измены.

В голубой косынке неба

Белым крестиком мы таем…

От того, кто был и не был,

Улетаем, улетаем.

Нам бы встать да оглянуться,

Оглядеться б, но задаром

Мы все крутимся, как блюдца

Неприкаянных радаров.

Ах, какая осень лисья!

Ах, какая синь густая!

Наши судьбы — словно листья, —

Улетаем, улетаем.

Ну так где ж он, черт крылатый

На крылатом крокодиле?

Ах, какими мы, ребята,

Невезучими родились!

Может, снег на наши лица

Вдруг падет да не растает…

Постараемся присниться,

Улетаем, улетаем.

Klein restje bladeren

De late herfst omcirkeld.

Hier is het, een vreemd halfstation

Voor vliegtuigpassagiers.

Zwakke wind van nostalgie

Het smelt op onze wimpers.

Tot ziens, dierbaren,

We vliegen, we vliegen.

We zijn in hoop en in angst

We wachten op een verandering op de weg,

De wegen verwachten

Genees de pijn van verraad.

In de blauwe sjaal van de lucht

Met een wit kruis smelten we...

Van degene die was en niet was,

We vliegen, we vliegen.

We moeten opstaan ​​en om ons heen kijken

Kijk om je heen, maar voor niets

We draaien allemaal als schoteltjes

Rare radars.

Ach, wat een vossenherfst!

Ah, wat een diepblauw!

Ons lot is als bladeren,

We vliegen, we vliegen.

Nou, waar is hij, gevleugelde duivel?

Op een gevleugelde krokodil?

Oh wat zijn we jongens

Ongelukkig geboren!

Misschien sneeuw op onze gezichten

Plots valt het en smelt niet ...

Laten we proberen te dromen

We vliegen, we vliegen.