Судьба воровская - Виктор Петлюра

Белобрысый парнишка

Плачет, сидя на нарах,

Перед ним лежит фото

Его бабушки старой.

Она внука растила

Вместо пьяницы-дочки,

Одевала, кормила,

Называла сыночком.

Она внука растила

Вместо пьяницы-дочки,

Одевала, кормила,

Называла сыночком.

В детстве был он послушный,

Помогал ей по дому,

А потом пропадать стал

По друзьям и знакомым.

Поманила парнишку

Вдаль судьба воровская,

И его затянула

Жизнь такая шальная.

Поманила парнишку

Вдаль судьба воровская,

И его затянула

Жизнь такая шальная.

Но однажды удача

От него отвернулась,

И налётчиков шайка

На засаду наткнулась.

Не гулять ему больше

И не видеть уж дома —

Впереди небо в клетку

И суровая зона.

На суде вдруг увидел

Свою бабушку в зале,

Подошла она робко,

Тихо внуку сказала:

«Ох, какой стал красивый,

Похудел только очень…»

И, вздохнув, прошептала:

«Как же это, сыночек?»

«Ох, какой стал красивый,

Похудел только очень…»

И, вздохнув, прошептала:

«Как же это, сыночек?»

И писала старушка

Письма в зону парнишке:

«Уродилась картошка

И поспели уж вишни.

Без тебя вот, сыночек,

Всё собрать не успела…»

Он не знал, что давно уж

Она сильно болела.

Без тебя вот, сыночек,

Всё собрать не успела…"

Он не знал, что давно уж

Она сильно болела.

Вот письмо получает,

Почерк в нём незнакомый.

И узнал, что никто уж

Там не ждёт его дома.

Перед смертью старушка

Сокрушалася очень,

Что не свиделась с внуком

На прощание разочек.

Перед смертью старушка

Сокрушалася очень,

Что не свиделась с внуком

На прощание разочек.

Белобрысый парнишка

Плачет, сидя на нарах.

Перед ним лежит фото

Его бабушки старой.

Ещё долгие годы

Будет слышать средь ночи

Её ласковый голос:

«Как здоровье, сыночек?»

Ещё долгие годы

Будет слышать средь ночи

Её ласковый голос:

«Как здоровье, сыночек?»

blonde jongen

Huilend, zittend op het bed,

Voor hem staat een foto.

Zijn grootmoeder is oud.

Ze voedde haar kleinzoon op

In plaats van een dronken dochter,

gekleed, gevoed,

Zoon genoemd.

Ze voedde haar kleinzoon op

In plaats van een dronken dochter,

gekleed, gevoed,

Zoon genoemd.

In zijn jeugd was hij gehoorzaam,

Hielp haar in huis

En toen begon het te verdwijnen

Door vrienden en kennissen.

wenkte de jongen

In de verte het lot van dieven,

En sleepte hem

Het leven is zo gek.

wenkte de jongen

In de verte het lot van dieven,

En sleepte hem

Het leven is zo gek.

Maar op een dag geluk

keerde zich van hem af

En een bende raiders

Ik kwam een ​​hinderlaag tegen.

Loop niet meer met hem

En niet om thuis te zien -

Verderop is de lucht in een kooi

En de harde zone.

Op de rechtbank zag ik ineens

Je oma in de hal

Ze naderde timide

zei zachtjes tegen haar kleinzoon:

"O, wat is hij mooi geworden,

Ik ben veel afgevallen..."

En zuchtend fluisterde ze:

'Hoe gaat het, zoon?'

"O, wat is hij mooi geworden,

Ik ben veel afgevallen..."

En zuchtend fluisterde ze:

'Hoe gaat het, zoon?'

En de oude vrouw schreef

Brieven aan de jongenszone:

"De aardappel was geboren

En de kersen zijn al rijp.

Zonder jou, zoon

Ik had geen tijd om alles te verzamelen ... "

Dat wist hij lange tijd niet

Ze was erg ziek.

Zonder jou, zoon

Ik had geen tijd om alles te verzamelen ... "

Dat wist hij lange tijd niet

Ze was erg ziek.

Hier is de ontvangen brief

Het handschrift is onbekend.

En ik kwam erachter dat niemand

Thuis wordt er niet op hem gewacht.

Voor de dood van de oude vrouw

Veel verpletterd

Dat ik mijn kleinzoon niet heb gezien

Een keer vaarwel.

Voor de dood van de oude vrouw

Veel verpletterd

Dat ik mijn kleinzoon niet heb gezien

Een keer vaarwel.

blonde jongen

Huilend zittend op het bed.

Voor hem staat een foto.

Zijn grootmoeder is oud.

Nog vele jaren

Zal midden in de nacht horen

Haar zachte stem:

'Hoe gaat het met je, zoon?'

Nog vele jaren

Zal midden in de nacht horen

Haar zachte stem:

'Hoe gaat het met je, zoon?'