Weaver - Richard Dawson

I steep the wool in a cauldron

Of pummelled gall-nuts afloat in urine

Add river-water thrice-boiled with a bloodstone

Then let it breathe

Under the beams

While I prepare the lichen

Half a fist of wizardbeard and rock-tripe

Yields a dye enough the whole town to paint

Lavenders an echo of the beeswing

Dazzling foxgloves ashake in the salty wind

It looks like a thundercloud

Suspended from the gables

High above the bobbing heads

Which now and then look up to see what’s dripping on them

So we begin

Feeding it in

Combing through the fibres gently

Searching for a yarn to spin

My lady takes a nasty tumble

Down the crumbled steps of the merchants guild

Precipitating the early onset of labour

There is a crab

Caught in her hair

Stretchering through the market

Fearful are the bellows to behold

Even with the spindle firmly clenched between her teeth

With a snap the baby’s head emerges

Onto the sodden eiderdown bedpages

Even though the new born child

Is not my kin

And still lies dangling by a string

I ken the rising mystery of love

My very ancient friend

Ik stop de wol in een ketel

Van verpulverde galnoten drijvend in de urine

Voeg rivierwater toe dat driemaal gekookt is met een bloedsteen

Laat het dan ademen

Onder de balken

Terwijl ik het korstmos maak

Een halve vuist tovenaarsbaard en rotspens

Levert een kleurstof genoeg op om de hele stad te schilderen

Lavendels een echo van de bijenvleugel

Oogverblindende vingerhoedskruid schudden in de zoute wind

Het lijkt op een onweerswolk

Opgehangen aan de gevels

Hoog boven de dobberende hoofden

Die af en toe omhoog kijken om te zien wat er op druppelt

Dus we beginnen

Voer het in

Zachtjes door de vezels kammen

Zoeken naar een garen om te spinnen

Mijn vrouw neemt een vieze bui

De afgebrokkelde trappen van het koopmansgilde af

Het vroege begin van de bevalling versnellen

Er is een krab

Gevangen in haar haar

Strekken door de markt

Angstaanjagend zijn de balgen om te aanschouwen

Zelfs met de spindel stevig tussen haar tanden geklemd

Met een klik komt het hoofdje van de baby tevoorschijn

Op de doorweekte dekbedden van dekbedden

Ook al is het pasgeboren kind

Is niet mijn familie

En ligt nog steeds aan een touwtje te bungelen

Ik ken het stijgende mysterie van liefde

Mijn zeer oude vriend