Hieronder staat de songtekst van het nummer The Ice-Breaker Baikal , artiest - Richard Dawson met vertaling
Originele tekst met vertaling
Richard Dawson
My name is Sylvester Herbert, I live on Bird’s Nest Road
To my darling Rebecca, the end of spring I was betrothed
We grew up together on Flodden Street, though as children we were sworn enemies
I work at Armstrong & Mitchell’s, I am a welder there
And in between our toiling, in every moment spare
We’re trying for a baby of our own
The house isn’t much to look at yet, though we’ll get there soon enough
Every time there’s a heavy storm, the rain comes bruising through the roof
Splashing in my chamber pot, it sounds like a distant hammer
We’ve carpet with purple flowers in almost every room
As bald as my own father’s head, still better than bare floorboards
When there comes a little one, we’ll buy some nice rugs
I gently pat with a teaspoon, the crown of a soft boiled egg
And flick upon flick I peel away the crackled shell
I take my coffee strong and black in a cup the size of coal scuttle
A handful of green beans, gooseberries and tomatoes
The pickled trotters from a pig and a brick of bread all wrapped up in
Two little parcels of brown paper tied with bright red string
This morning as I walked down to work, I am in a world of my own
I bump into a lamp-post, and fall arse over tit
The only one who sees it is a three-legged cat sunbathing on a hot flagstone
I tickle him on the belly and swear him not to tell
He meows «Stop this silliness, Syl» and shooing me away
The sunlight dancing in his eyes reminds me of confetti
For the last three years and a little bit more, at a cost of five young men
We’ve been building a very special ship, before not seen the likes of which
The Ice-Breaker Baikal, five thousand tonnes of sweat and blood
And now she’s being dismantled, a giant jigsaw puzzle
Heading to St. Petersburg, then on to Listvenichnaya
Where she’ll be reassembled by the banks of the lake which bears her name
But things are never quiet, there’s always much to be done
And the workshop on a day like this, is hotter than the fucking sun
I spend the morning dreaming of a pint with an everlasting creamy head
And beads of evaporation slowly trickling down the glass
I let it sit there for a while, I’ve got to make this moment last
And when the daydream flows across my lips this endless thirst shall pass
The sky is baring its knuckles, my eyes are aching sore
You’re best to keep them squinted tight, and let the flowers of frost there grow
Impossible to tell, where the heavens end and the world begins
The wind is an ancient bell, fair ringing in our ears
Stinging our cheekbones and trying everything thing it knows
To find a way to sneak inside the folds of our coats
The bough smashing through the ice sounds like a mountain breathing
Heaving up and crashing down, across the frozen field we plough
Leaving in our wake, a thread of shimmering darkness
Churning up bright slabs, the size of great dinner plates
The size of our front door, tossed about with easy grace
A monolithic fountain pen descending down a page
We come upon an island, a wondrous sight to see
That out here in the middle of nowhere, such a splendid thing could be
And though the locals wear their face tight, in a mask of weather and time
They welcome us into the world with a stew of boiled goat
And a jig played on a horse head fiddle, commencing a great downpour
Of whisky made from fermented milk which goes in our stomachs like hot coals
Walking naked in the dark, to the lake within the lake
Singing a song of snow, crunching in between my toes
Arriving at the shore we find there floating a raft of human bones
Lashed soundly together, with kudzu vines dyed by starlight
And pushing off I drape my hand, like a curtain through the water
To find the outstretched fingertips of my unborn daughter
Mijn naam is Sylvester Herbert, ik woon op Bird's Nest Road
Aan mijn lieve Rebecca, het einde van de lente was ik verloofd
We groeiden samen op in Flodden Street, hoewel we als kinderen gezworen vijanden waren
Ik werk bij Armstrong & Mitchell's, ik ben daar lasser
En tussen ons zwoegen, in elk moment vrij
We proberen zelf een baby te krijgen
Het huis is nog niet veel om naar te kijken, maar we zullen er snel genoeg zijn
Elke keer als er een zware storm is, komt de regen door het dak heen
Spatten in mijn kamerpot, het klinkt als een verre hamer
We hebben tapijt met paarse bloemen in bijna elke kamer
Zo kaal als het hoofd van mijn eigen vader, nog steeds beter dan kale vloerplanken
Als er een kleintje komt, kopen we een paar mooie vloerkleden
Ik dep zachtjes met een theelepel, de kroon van een zachtgekookt ei
En flick na flick pel ik de gecraqueleerde schelp weg
Ik neem mijn koffie sterk en zwart in een kopje ter grootte van een kolenbak
Een handje sperziebonen, kruisbessen en tomaten
De gepekelde dravers van een varken en een stuk brood, allemaal verpakt in
Twee kleine pakjes bruin papier, vastgebonden met felrood touwtje
Toen ik vanmorgen naar mijn werk liep, bevind ik me in een eigen wereld
Ik bots tegen een lantaarnpaal en val met mijn kont over mijn tiet
De enige die het ziet is een driepotige kat die ligt te zonnebaden op een hete plavuizen
Ik kietel hem op zijn buik en zweer hem het niet te vertellen
Hij miauwt «Stop deze dwaasheid, Syl» en jaagt me weg
Het zonlicht dat danst in zijn ogen doet me denken aan confetti
De afgelopen drie jaar en nog een beetje meer, voor een prijs van vijf jonge mannen
We hebben een heel bijzonder schip gebouwd, waarvan we nog nooit zoiets hebben gezien
De ijsbreker Baikal, vijfduizend ton zweet en bloed
En nu wordt ze gedemonteerd, een gigantische puzzel
Op weg naar St. Petersburg en vervolgens naar Listvenichnaya
Waar ze weer in elkaar zal worden gezet aan de oevers van het meer dat haar naam draagt
Maar het is nooit stil, er is altijd veel te doen
En de workshop op een dag als deze is heter dan de verdomde zon
Ik breng de ochtend door met dromen van een pint met een eeuwige romige schuimkraag
En parels van verdamping druppelen langzaam langs het glas
Ik laat het daar een tijdje zitten, ik moet dit moment laten duren
En wanneer de dagdroom over mijn lippen stroomt, zal deze eindeloze dorst voorbij gaan
De lucht ontbloot zijn knokkels, mijn ogen doen pijn
Je kunt ze het beste dichtknijpen en de rijpe bloemen daar laten groeien
Onmogelijk te zeggen waar de hemel eindigt en de wereld begint
De wind is een oude bel, die goed in onze oren rinkelt
Onze jukbeenderen prikken en alles proberen wat het weet
Om een manier te vinden om in de plooien van onze jassen te sluipen
De tak die door het ijs breekt, klinkt als een bergademhaling
Deinend en neerstortend, over het bevroren veld ploegen we
Een draad van glinsterende duisternis achterlatend in ons kielzog
Het karnen van heldere platen, zo groot als grote dinerborden
De grootte van onze voordeur, heen en weer geslingerd met gemakkelijke gratie
Een monolithische vulpen die van een pagina afdaalt
We komen op een eiland, een wonderbaarlijk gezicht om te zien
Dat hier in het midden van nergens zoiets prachtigs zou kunnen zijn
En hoewel de lokale bevolking hun gezicht strak draagt, in een masker van weer en tijd
Ze verwelkomen ons in de wereld met een stoofpotje van gekookte geit
En een mal gespeeld op een paardenhoofdviool, het begin van een grote stortbui
Van whisky gemaakt van gefermenteerde melk die als hete kolen in onze maag gaat
Naakt lopen in het donker, naar het meer in het meer
Ik zing een lied over sneeuw, knarsend tussen mijn tenen
Aangekomen bij de kust zien we daar een vlot van menselijke botten drijven
Stevig met elkaar verbonden, met kudzu-ranken geverfd door sterrenlicht
En terwijl ik afduw, drapeer ik mijn hand, als een gordijn door het water
Om de uitgestrekte vingertoppen van mijn ongeboren dochter te vinden
Liedjes in verschillende talen
Hoogwaardige vertalingen in alle talen
Vind binnen enkele seconden de teksten die je nodig hebt