Номера - Александр Галич

Вьюга листья на крыльцо намела,

Глупый ворон прилетел под окно

И выкаркивает мне номера

Телефонов, что умолкли давно.

Словно сдвинулись во мгле полюса,

Словно сшиблись над огнем топоры —

Оживают в тишине голоса

Телефонов довоенной поры.

И внезапно обретая черты,

Шепелявит озорной шепоток:

— Пять-тринадцать-сорок три, это ты?

Ровно в восемь приходи на каток!

Пляшут галочьи следы на снегу,

Ветер ставнею стучит на бегу.

Ровно в восемь я прийти не могу…

Да и в девять я прийти не могу!

Ты напрасно в телефон не дыши,

На заброшенном катке не души,

И давно уже свои «бегаши»

Я старьевщику отдал за гроши.

И совсем я говорю не с тобой,

А с надменной телефонной судьбой.

Я приказываю:

— Дайте отбой!

Умоляю:

— Поскорее, отбой!

Но печально из ночной темноты,

Как надежда,

И упрек,

И итог:

— Пять-тринадцать-сорок три, это ты?

Ровно в восемь приходи на каток!

De sneeuwstorm veegde de bladeren op de veranda,

Een stomme raaf vloog onder het raam

En blaft nummers voor mij

Telefoons die lange tijd op stil hebben gestaan.

Alsof de polen in de mist verschoven,

Als bijlen die over het vuur botsten -

Stemmen komen tot leven in stilte

Vooroorlogse telefoons.

En plotseling functies verwerven,

Een ondeugend gefluister lispelt:

'Vijf-dertien-drie-en-veertig, ben jij dat?'

Kom precies om acht uur naar de schaatsbaan!

Dansende kauwsporen in de sneeuw,

De wind klopt als luiken op de vlucht.

Ik kan niet precies om acht uur komen...

En ik kan niet om negen uur komen!

Je moet niet in de telefoon ademen,

Er zijn geen zielen op een verlaten ijsbaan,

En al lang hun "begashes"

Ik gaf het aan de oude man voor een schijntje.

En ik praat helemaal niet tegen jou,

En met een arrogant telefoonlot.

Ik bestel:

- Opgeven!

Ik smeek u:

- Schiet op, stop!

Maar helaas vanuit de duisternis van de nacht,

als een hoop

en verwijten

En het resultaat:

'Vijf-dertien-drie-en-veertig, ben jij dat?'

Kom precies om acht uur naar de schaatsbaan!