Pondělí - Sto zvířat, Tomas Belko, Karel Šváb

Stalo se to v pondělí

Z vodovodu vyšleh plamen

Ale jenom na chvíli

Na zahradě základky

Děti našly divnej kámen

Když tam tajně kouřily

Převržená cisterna

S drcenejma malinama

Zastavila dopravu

Zatímco se narodil

Kojenec, co matně svítí

Když mu sáhneš na hlavu

Proč jsme si toho nevšimli

Že se dějou zázraky?

Já byl v pondělí v hospodě

Já taky

Já taky

A ty?

Já taky

Na starou zeď hřbitova

Přistál anděl s krátkým mečem

A křídlama z betonu

Z louže, co je před domem

Vylovili potápěče

Kterej málem utonul

Pondělí je divnej den

Ale na tom nesejde

Het is maandag gebeurd

Er komt een vlam uit de kraan

Maar slechts voor een moment

In de tuin van de stichting

De kinderen hebben een vreemde steen gevonden

Toen ze daar stiekem rookten

Omgevallen tank

Met gekneusde frambozen

Ze stopte het verkeer

Terwijl hij werd geboren

Een baby die slecht verlicht is.

Wanneer je zijn hoofd aanraakt

Waarom hebben we het niet gemerkt?

Dat er wonderen gebeuren?

Ik was maandag in de kroeg

ik ook

ik ook

Jij ook?

ik ook

Op de oude muur van de begraafplaats

Een engel met een kort zwaard landde

En betonnen vleugels

Uit de plas voor het huis

Ze visten op de duikers

Die bijna verdronk

Maandag is een vreemde dag

Maar daar gaat het niet om