Одна минута - Рем Дигга

Мои места — чертоги дна, там поёт тоска.

Я здесь диггером копал ответ, но не отыскал.

Без ума, без сна вгрызался в ил тут мой батискаф

Где весна?

Где все те, с кем кеды до дыр затаскал?

Провинциальный быт, броский колорит.

С кем мы вместе жили, любили, взлетали, падали?

(Где же вы, браты?)

И в ночи слезы, да мольбы.

Их в зал схоронил и молчит, в прозах монолит.

Боже, их прими, не гневись, не гони.

Я такой же как они, ты же это знаешь, Боже.

Пофиг до всего, как всегда, но не до весны.

Умереть сегодня страшно, а когда-нибудь и можно.

Судьбу каким аршином мерить?

Смерть всегда находит причину в любой из наших серий.

Вечно ждём небесной манны сказочных времен.

Мы не помним как родились, не заметим как умрем.

Летят чередой мгновения

И сквозь пальцы в низ сыплет песок.

И 100 лет еще нам до забвения,

Еще минута и вечный сон.

И все летят чередой мгновения,

И сквозь пальцы в низ сыплет песок.

Целых 100 лет еще нам до забвения,

Еще минута, одна минута, и вечный сон.

Стрелы на путях помнят, знают, что бывает.

Время не коньяк, люди погибают, покидают белые как яд,

Что летит по вене, как Феррари.

Старые как я, когда-то мечтали, но пропали.

Это печаль, с камня на меня глаза,

Старого надежного кента с моего двора.

От чего же он теперь в земле под камнями в розах?

Этот безразличный окоянный космос!

Всё сходит с рук ей всегда, злая сука-судьба!

Зачем молчат небеса!

Всё дают ей решать - это жутко, но так

- Кому пухом земля.

Всё сходит с рук ей всегда, злая сука-судьба!

О чём кричит тишина?

И не звука в ушах, когда в муках душа -

Пухом земля!

Летят чередой мгновения

И сквозь пальцы в низ сыплет песок.

И 100 лет еще нам до забвения,

Еще минута, одна минута, и вечный сон.

И все летят чередой мгновения,

И сквозь пальцы в низ сыплет песок.

Целых 100 лет еще нам до забвения,

Еще минута, одна минута, и вечный сон.

Mijn plaatsen zijn de zalen van de bodem, verlangen zingt daar.

Ik heb het antwoord hier met een graafmachine uitgegraven, maar niet gevonden.

Waanzinnig, zonder slaap, mijn bathyscaaf in het slib gegraven

Waar is de lente?

Waar zijn al die mensen met wie je je sneakers naar gaten sleepte?

Provinciaal leven, pakkende kleur.

Met wie hebben we samengewoond, liefgehad, vertrokken, gevallen?

(Waar zijn jullie broers?)

En 's nachts zijn er tranen en gebeden.

Hij begroef ze in de hal en zwijgt, een monoliet in proza.

God, accepteer ze, wees niet boos, rijd niet.

Ik ben net als zij, dat weet je, God.

Maakt niet uit tot alles, zoals altijd, maar niet tot de lente.

Vandaag doodgaan is eng, maar ooit kan het.

Wat is de maatstaf om het lot te meten?

De dood vindt altijd een reden in al onze series.

We wachten altijd op het hemelse manna van fantastische tijden.

We herinneren ons niet hoe we zijn geboren, we zullen niet merken hoe we sterven.

Momenten vliegen voorbij

En zand stroomt door de vingers naar beneden.

En we hebben nog 100 jaar te vergeten,

Nog een minuut en eeuwige slaap.

En iedereen vliegt in een reeks van momenten,

En zand stroomt door de vingers naar beneden.

100 jaar lang moeten we nog vergeten,

Nog een minuut, een minuut en eeuwige slaap.

Pijlen op de sporen onthouden, ze weten wat er gebeurt.

Tijd is geen cognac, mensen sterven, blanken vertrekken als vergif,

Dat vliegt door de ader als een Ferrari.

Oude mensen zoals ik, hebben ooit gedroomd, maar zijn verdwenen.

Dit is verdriet, ogen op mij gericht vanaf een steen,

Een oude betrouwbare kent uit mijn tuin.

Waarom zit hij nu in de grond onder de stenen in rozen?

Deze onverschillige helse kosmos!

Ze komt er altijd mee weg, kwaadaardig bitch-lot!

Waarom is de hemel stil?

Iedereen laat haar beslissen - het is eng, maar zo

- Die in vrede rusten.

Ze komt er altijd mee weg, kwaadaardig bitch-lot!

Waar gaat de stilte over?

En geen geluid in de oren, wanneer de ziel gekweld wordt -

Onder de aarde!

Momenten vliegen voorbij

En zand stroomt door de vingers naar beneden.

En we hebben nog 100 jaar te vergeten,

Nog een minuut, een minuut en eeuwige slaap.

En iedereen vliegt in een reeks van momenten,

En zand stroomt door de vingers naar beneden.

100 jaar lang moeten we nog vergeten,

Nog een minuut, een minuut en eeuwige slaap.