Heute Noch - Reinhard Mey

Oft, wenn ich ans Fenster gehe

Nachseh' ob noch alles steht

Den Schuster drüben schustern sehe

Hör' ich wie die Welt sich dreht

Dann füllt sich mein Kopf mit Wasser

Wie aus einem Quell so frisch

Drinnen schwimmt ein großer, nasser

Trunk’ner, lila Fisch

Und der guckt aus meinen Augen

Fängt an, weil er nichts vermisst

Sich vor Freude vollzusaugen

Weil die Welt noch nicht zertöppert ist

Wie an südlichen Gestaden

Steh ich über Moabit

Kann im Strom der Menschen baden

Der an mir vorüberzieht

Noch habe ich Kopf und Kragen

Beide sind noch unverletzt

Kann noch meine Mütze tragen

Ausgebeult und abgewetzt

Drunter kann ich überlegen

Und mir bleibt noch eine Frist

Zum Spazierengehn im Regen

Der bislang nur Wasser ist

Draußen riecht es gut nach Erde

Nach Benzin, Asphalt und Staub

Drinnen duftet es vom Herde

Nach Rosmarin und Lorbeerlaub

Noch ragt meine Nase frei und

Unbewehrt in die Natur

Keine Gasmaske vor meinem Mund

Stört mich bei der Rasur

Kann noch trinken: «Hoch die Tassen!»

Schnell geschluckt, denn darauf kommt’s an

Ich kann mich nicht drauf verlassen

Dass ich’s morgen auch noch kann

Kann noch schwarzen Tabak rauchen

Daß kein Krümel übrigbleibt

Den könnt' ich doch nicht mehr brauchen

Denn es raucht sich schlecht entleibt

Lasst uns heut Weihnachten feiern

Schnell — in dulci jubilo —

Mit Neujahrspunsch und Ostereiern

Mit Honig, für den Bär'n im Zoo

Mein Testament ist geschrieben

Und mir bleibt noch etwas Zeit

Vielleicht ein Tag nur, dich zu lieben

Vielleicht ist morgen schon Ewigkeit

Leucht' uns dann der Götterfunke

Funke aus Plutonium.

.

Vaak als ik naar het raam ga

Check of alles nog staat

Zie de schoenmaker daar schoenpoetsen

Ik hoor hoe de wereld draait

Dan vult mijn hoofd zich met water

Als van een bron zo vers

Een grote, natte drijft naar binnen

Trunk'ner, paarse vis

En hij kijkt uit mijn ogen

Start omdat hij niets mist

Vol vreugde

Omdat de wereld nog niet is ingestort

Zoals aan de zuidelijke kusten

Ik sta boven Moabit

Kan baden in de stroom van mensen

langs mij heen

Ik heb nog steeds mijn hoofd en kraag

Beiden zijn nog ongedeerd

Ik kan mijn hoed nog steeds dragen

In zakken gedaan en geschaafd

Ik kan er onder denken

En ik heb nog een deadline

Om te gaan wandelen in de regen

Wat tot nu toe alleen water is

Buiten ruikt het lekker naar aarde

Na benzine, asfalt en stof

Binnen ruikt het naar de kachel

Zoals rozemarijn en laurierblaadjes

Mijn neus steekt nog steeds uit en

Ongewapend de natuur in

Geen gasmasker voor mijn mond

Stoort me als ik me scheer

Kan nog steeds drinken: "Hef je kopjes!"

Slik het snel door, want daar gaat het om

Ik kan er niet op rekenen

Dat ik het morgen nog kan

Kan nog steeds zwarte tabak roken

Dat er geen kruimel overblijft

Ik kan hem niet meer nodig hebben

Omdat het slecht rookt

Laten we vandaag kerst vieren

Snel — in dulci jubilo —

Met nieuwjaarspunch en paaseieren

Met honing, voor de beer in de dierentuin

Mijn testament is geschreven

En ik heb nog wat tijd

Misschien een dag om gewoon van je te houden

Misschien is morgen de eeuwigheid

Dan schijnt de vonk van de goden op ons

Vonk uit plutonium.

.