Aller Guten Dinge Sind Drei. - Reinhard Mey

Der Wecker fiept: Halb sieben, Unheil nimm deinen Lauf!

Der Große muss zur ersten Stunde: «Los, steh auf!

Und mach‘ leise, dass nicht gleich der Mittlere aufwacht,

Der kann noch schlafen"Rums, die erste Türe kracht,

Die Diele knarrt, die Spülung rauscht und überdies

Ist die Kleine aufgewacht und schreit wie am Spieß.

Ich setzt‘ sie auf den Topf, sie ist ganz rot vor Wut,

Ich schmier‘ dem Großen schnell ein Pausenbrot, «mach‘s gut!

Vergiss den Turnbeutel nicht!"Der Mittlere kommt, «Mann,

Lauf hier nicht barfuß rum, los, zieh dir Puschen an!»

Ich seh‘ grad zu, wie mein Toast in Flammen aufgeht,

Da hat die Kleine ihren Topf samt Inhalt umgedreht

Und stürzte sich auf mich mit einem Freudenschrei —

Aller guten Dinge sind drei!

Ich hab‘ den Mittleren zur Schule gebracht

Und verwische die Spuren der Haselnußcremeschlacht.

Dies ist die Zeit, wo ich an meinen Schreibtisch kann,

Die Kleine malt mein Bein mit einem Filzstift an Und erledigt, während eines kurzen Telefonats

Durch Zerreißen die gesamte Post des Vormonats.

Der Große kommt nach Haus und macht ein langes Gesicht:

Alle Kumpels ha‘m Computer, nur er wieder nicht.

Die Kleine pinkelt auf den Teppich, die bringt mich ins Grab,

Vorher hol‘ ich noch den Mittler‘n von der Schule ab.

Dann gibt‘s Mittag und Streit, wer‘s erste Fischstäbchen kriegt,

Bis die Tränen fließen und es auf der Erde liegt.

Die Kleine niest mich an und hat den Mund voll dabei.

Aller guten Dinge sind drei!

Ich nöt‘ge sie zum Mittagsschlaf, jetzt hätt‘ ich etwas Zeit.

Der Große beichtet mir seine Geschichtsarbeit.

Und jetzt hat er drei Chaoten zum Spielen bestellt:

«Nicht so laut!"Doch als der erste Stuhl umfällt

Ist die Kleine wach, der Mittlere schluchzt: «Ich denk‘,

Ich soll zum Kindergeburtstag und hab‘ noch kein Geschenk!»

Die Kleine steckt sich erst mal eine Erbse ins Ohr,

Der Doktor ist ein Freund und nimmt uns rasch mal vor.

Ich kauf‘ schnell ein Geschenk und geb‘ den Mittleren ab,

Komm‘ schweißgebadet raus, ich glaub‘, ich mache schlapp,

Der Autoschlüssel weg, wie komm‘ ich jetzt nach Haus,

Nur widerwillig spuckt die Kleine ihn dann doch noch aus,

Ein Nachbar grüßt: «Na, Sie haben wohl immer frei?!»

Aller guten Dinge sind drei!

Zu Hause setzt bereits der Abendwahnsinn ein,

Die Kleine rollt sich gleich mit hohen, spitzen Schrei‘n

In einen Vorhang ein zu einem dicken Ball‘n

Und lässt sich samt Gardine auf den Boden fall‘n.

Beim Großen dröhnt ohrenbetäubende Musik,

«Ey, Alter, bleib ganz cool, ich übe Mathematik.»

Der Mittlere kommt vom Geburtstag mit dem Rekord

Im Negerkusswettessen, und er übergibt sich sofort.

Der Große und die Kleine krieg‘n ‘ne Stulle aufs Brett,

Der Negerkußwettesser eine Schüssel vors Bett.

Zwei Einschlafgeschichten bei jedem von den Drein,

Ich selber schlafe direkt bei der Tagesschau ein.

Ich schlepp‘ mich ins Bett, die Füße schwer wie Blei.

Aller guten Dinge sind drei!

Meine Frau lächelt mir zu: «Na, überleg es dir

Vielleicht sind aller guten Dinge ja auch …»

Ich breche zusammen, nein, es bleibt dabei,

Aller guten Dinge sind drei!

De wekker piept: Half zes, onheil vaar je uit!

De grote moet bij de eerste les zeggen: «Kom op, sta op!

En wees stil zodat de middelste niet meteen wakker wordt,

Hij kan nog slapen" Rums, de eerste deur slaat dicht,

De vloerplaat kraakt, de spoeling raast en bovendien

Werd de kleine wakker en schreeuwde als een spit.

Ik heb haar op de pot gezet, ze is helemaal rood van woede

Ik zal snel een pauze maken van de grote, "Veel plezier!

Vergeet de sporttas niet!" De middelste komt, "Man,

Loop hier niet op blote voeten rond, ga je gang, trek je pantoffels aan!"

Ik kijk hoe mijn toast in vlammen opgaat

Toen draaide de kleine haar pot en de inhoud ondersteboven

En stortte zich op mij met een kreet van vreugde -

Alle goede dingen komen in drieën!

Ik nam de middelste mee naar school

En verdoezel de sporen van de hazelnootroomslag.

Dit is het moment waarop ik bij mijn bureau kan komen

De kleine schildert mijn been met een viltstift en doet het tijdens een kort telefoontje

Door alle post van de vorige maand te verscheuren.

De grote komt thuis en trekt een lang gezicht:

Alle maatjes hebben een computer, alleen hij niet.

De kleine plast op het tapijt, ze vermoordt me

Voor die tijd haal ik de bemiddelaar op van school.

Dan is er lunch en ruzie over wie de eerste vissticks krijgt,

Tot de tranen vloeien en het op de grond ligt.

De kleine niest in me en heeft haar mond vol.

Alle goede dingen komen in drieën!

Ik wil dat ze een dutje doet, nu heb ik wat tijd.

De grote biecht me zijn geschiedeniswerk op.

En nu heeft hij drie slobs besteld om te spelen:

"Niet zo luid!" Maar als de eerste stoel omvalt

Als de kleine wakker is, snikt de middelste: "Ik denk

Ik zou naar het kinderverjaardagsfeestje gaan en ik heb nog steeds geen cadeau!"

De kleine steekt een erwtje in haar oor,

De dokter is een vriend en neemt ons snel op.

Ik koop snel een cadeautje en geef de middelste weg

Kom doorweekt van het zweet naar buiten, ik denk dat ik moe aan het worden ben

Ik ben de autosleutel kwijt, hoe kom ik nu thuis?

De kleine spuugt het toch met tegenzin uit,

Een buurman begroet: "Nou, je bent waarschijnlijk altijd vrij?!"

Alle goede dingen komen in drieën!

Thuis begint de avondgekte al,

De kleine rolt om met hoge, scherpe kreten

In een gordijn voor een grote bal

En laat zich met het gordijn op de grond vallen.

Bij de grote schalt oorverdovende muziek,

"Hé, kerel, blijf kalm, ik ben wiskunde aan het oefenen."

De middelste komt van de verjaardag met het record

In de neger-kus-eetwedstrijd, en hij geeft meteen over.

De grote en de kleine krijgen een broodje op het bord,

De neger zoende weer eter een kom voor het bed.

Twee verhaaltjes voor het slapengaan voor elk van de drie

Zelf val ik gelijk in slaap op het nieuws.

Ik sleep mezelf naar bed, mijn voeten zwaar als lood.

Alle goede dingen komen in drieën!

Mijn vrouw lacht naar me: "Nou, denk er eens over na

Misschien zijn alle goede dingen...»

Ik breek, nee, dat blijft zo

Alle goede dingen komen in drieën!