Корабль дураков - Проект Увечье

Золота полные трюмы, но почему тогда матросы так угрюмы?

Отсюда их довольно грубоватый юмор.

Тут полумрак каюты.

Мысль: «Кораблю пришёл каюк" — даже у самых юных.

Порой обман возводят в ранг искусства,

Но ложь глашатая всегда воняет хлеще скунсов.

Не нужен третий глаз, чтобы это заметить.

Точно.

Пятая точка обладает шестым чувством.

Сулят уверенность в завтрашнем дне,

Зачем нам вера в завтрашнее дно?

Гори оно в огне.

Ты видел палубу?

А я пробоину под ней,

В ней губы мертвецов уже ведут подсчет последних дней.

За сворою господ опять цепные псы

Плетутся по пятам за ломоть колбасы, долбят о пол басы.

В каюте капитан с крысами делит сыр

И кто-то там минуты нашей жизни мечет на весы.

Их неусыпный карнавал, где шл*хи, пилигримы,

Весь наворованный хабар на шлюпки перекинул.

Готовы, что случись едва, этот вертеп покинуть,

Хохочет юная вдова в объятьях Арлекино.

Припев:

По тёмным водам из глубин веков,

Под стон юродивых и звон оков,

Из тьмы на слабый свет далеких берегов,

Плывет корабль дураков.

По тёмным водам из глубин веков,

Под стон юродивых и звон оков,

Из тьмы на слабый свет далеких берегов,

Плывет корабль дураков.

И словом не обмолвится ни с кем

Наш рулевой, застывший будто манекен

Под маской смерти в черном клобуке.

Он отрешен от всех забот.

Рядом блюет за борт.

Очередной бухой бунтарь в фригийском колпаке.

Щелкает кнут в хозяйском кулаке,

Гребцы бледны будто их лица кто-то вывалял в муке.

Уныло мертвецы свисают с реи,

Опять строчит донос клеврет.

Запачканный кровью ливрей.

Пусть карою небес пугает богослов,

Но его Бог — воинственный и злобный, это Бог ослов.

Он много слов вам надиктует, не один абзац,

Но это точно не любовь, увы, скорей ее эрзац.

Правду не спрячешь под форзац, не сунешь кляп треклятый

Даже мой кофе утром крепче, чем их горе клятвы.

Такими темпами мы все сойдем на берег вряд ли.

Как там потомки?

Поймут ли?

Поблагодарят ли?

Раз дураки, то нам закон не писан.

Корабль-призрак больше не увидит пирса.

Лишь на один вопрос ответ не дан:

Когда его покинет капитан, если он — крыса?

Припев:

По тёмным водам из глубин веков,

Под стон юродивых и звон оков,

Из тьмы на слабый свет далеких берегов,

Плывет корабль дураков.

По тёмным водам из глубин веков,

Под стон юродивых и звон оков,

Из тьмы на слабый свет далеких берегов,

Плывет корабль дураков.

Houdt vol met goud, maar waarom zijn de matrozen zo somber?

Vandaar hun nogal grove humor.

Hier de schemering van de hut.

Dacht: "De skiff is naar het schip gekomen" - zelfs bij de jongsten.

Soms wordt bedrog tot kunst verheven,

Maar de leugens van de heraut stinken altijd erger dan stinkdieren.

Je hebt geen derde oog nodig om het te zien.

Precies.

Het vijfde punt heeft een zesde zintuig.

Ze beloven vertrouwen in morgen,

Waarom hebben we vertrouwen in de bodem van morgen nodig?

Verbrand het in vuur.

Heb je het dek gezien?

En ik zal er een gat onder maken,

Daarin tellen de lippen van de doden al de laatste dagen.

Achter hun baasjes weer kettinghonden

Weven op de hielen van een stuk worst, hameren op de bodem van de bas.

In de hut deelt de kapitein kaas met ratten

En iemand daar gooit de minuten van ons leven op de weegschaal.

Hun waakzaam carnaval, waar hoeren, pelgrims,

Hij gooide alle gestolen swag op de boten.

We zijn er klaar voor dat als het gebeurt, gewoon dit hol verlaat,

De jonge weduwe lacht in de armen van Harlequin.

Refrein:

Op de donkere wateren uit de diepten van eeuwen,

Onder het gekreun van de heilige dwazen en het gerinkel van boeien,

Van duisternis tot het zwakke licht van verre kusten,

Een schip der dwazen vaart.

Op de donkere wateren uit de diepten van eeuwen,

Onder het gekreun van de heilige dwazen en het gerinkel van boeien,

Van duisternis tot het zwakke licht van verre kusten,

Een schip der dwazen vaart.

En zal met niemand een woord zeggen

Onze stuurman, bevroren als een paspop

Onder het masker van de dood in een zwarte kap.

Hij is onthecht van alle zorgen.

In de buurt braakt men overboord.

Nog een dronken rebel met een Frygische muts.

De zweep knapt in de vuist van de meester,

De roeiers zijn bleek, alsof iemand hun gezicht met bloem had bedekt.

Helaas hangen de doden aan de ra,

Weer gekrabbel aanklacht laster.

Kleurstelling met bloed bevlekt.

Laat de theoloog de hemel schrikken met straf,

Maar zijn God is oorlogszuchtig en wreed, hij is de God van de ezels.

Hij zal je veel woorden dicteren, niet één alinea,

Maar dit is beslist geen liefde, helaas, eerder zijn ersatz.

Je kunt de waarheid niet verbergen onder een schutblad, je kunt geen verdomde grap plakken

Zelfs mijn koffie in de ochtend is sterker dan hun rouwgeloften.

In dit tempo is het onwaarschijnlijk dat we aan land gaan.

Hoe gaat het met de nakomelingen?

Zullen ze het begrijpen?

Zullen ze je bedanken?

Omdat we dwazen zijn, is de wet niet voor ons geschreven.

Het spookschip zal de pier niet meer zien.

Slechts één vraag blijft onbeantwoord:

Wanneer zal de kapitein hem verlaten, als hij een rat is?

Refrein:

Op de donkere wateren uit de diepten van eeuwen,

Onder het gekreun van de heilige dwazen en het gerinkel van boeien,

Van duisternis tot het zwakke licht van verre kusten,

Een schip der dwazen vaart.

Op de donkere wateren uit de diepten van eeuwen,

Onder het gekreun van de heilige dwazen en het gerinkel van boeien,

Van duisternis tot het zwakke licht van verre kusten,

Een schip der dwazen vaart.