Pitan, Pitan - Carlos Vives

Muy cerca de tus muelles

donde vive Soledad,

un hombre muy temprano

se levanta a trabajar,

se toma el caf claro

para que pueda alcanzar,

le da un beso a la vieja,

se presigna en el altar.

Y se va y se va

y el se va a pescar,

con su canalete

se va vistiendo de inmensidad.

Y amaneci domingo,

se despierta la ciudad,

es un hombre con fortuna,

que a la iglesia va a rezar,

da gracias por lo que ha sido

tambin por lo que ser

y le pide por su equipo

que a la tarde jugar.

Y se va y se va

el se va a cantar

y de azul y rojo

su sueo vuelve a pintar.

Y el se va y se va

y el se va a gritar

juega Pescato

el hijo de Soledad.

Canta en el estadio

si tu equipo va ganando

y si va perdiendo,

mejor siguele cantando.

Suena la sirena,

sopla cicln bananero,

mi Unin Magdalena

t sabes cunto te quiero.

Pitn, pitn, pitn

tocan los tamboreros.

Pitn, pitn, pitn

que ya comienza el juego

Pitn, pitn, pitn

repican esos cueros.

Pitn, pitn, pitn

que alegre est mi pueblo.

La barra guajira

all en sombra general,

con los cienagueros

tocando el pitn — pitn.

Pitn, pitn, pitn

tocan los tamboreros.

Pitn, pitn, pitn

acompaando al juego.

Pitn, pitn, pitn

la cantan los gaiteros.

Pitn, pitn, pitn

que alegre est mi pueblo.

Gorrero, gorrero

qutate el sombrero.

Gorrero, gorrero

qutate el sombrero.

Si no te lo quitas

te lo tiro al suelo.

Si no te lo quitas

te lo tiro al suelo.

Les traigo bonito,

camarones de la barra,

llevo sierra fresca

con la lisa y la mojarra.

Tengo pargo rojo,

pescado de esta maana,

si no me lo compras,

que me lo compre tu hermana.

Pitn, pitn, pitn

anoche tuve un sueo.

Pitn, pitn, pitn

que estbamos pequeos.

Pitn, pitn, pitn

y estaban los abuelos.

Pitn, pitn, pitn

que alegre era mi pueblo.

Pitn, pitn, pitn (bis)

Heel dicht bij uw dokken

Waar woont Soledad?

een heel vroege man

gaat aan het werk,

hij drinkt lichte koffie

zodat ik kan bereiken

hij geeft een kus aan de oude vrouw,

is voorbestemd op het altaar.

En het gaat en het gaat

en hij gaat vissen,

met zijn peddel

het is gekleed in onmetelijkheid.

En ik werd zondag wakker,

de stad wordt wakker,

hij is een man met fortuin,

die naar de kerk gaat om te bidden,

dank voor wat is geweest

ook voor wat te zijn

en vraagt ​​naar zijn team

dat in de middag spelen.

En het gaat en het gaat

hij gaat zingen

en blauw en rood

zijn droom keert terug om te schilderen.

En hij vertrekt en vertrekt

en hij gaat schreeuwen

vis spelen

zoon van Soledad.

zingen in het stadion

als je team aan het winnen is

en als hij verliest,

Je kunt beter blijven zingen.

de sirene klinkt,

banaan cycloon klappen,

mijn Unie Magdalena

je weet hoeveel ik van je hou.

Python, Python, Python

drummers spelen.

Python, Python, Python

dat het spel al begint

Python, Python, Python

ze pellen dat leer.

Python, Python, Python

Wat zijn mijn mensen gelukkig.

De guajira-bar

daar in het algemeen schaduw,

met de cienagueros

het aanraken van de piton - piton.

Python, Python, Python

drummers spelen.

Python, Python, Python

het spel begeleiden.

Python, Python, Python

de doedelzakspelers zingen het.

Python, Python, Python

Wat zijn mijn mensen gelukkig.

hoed, hoed

doe je hoed af.

hoed, hoed

doe je hoed af.

Als je het niet uitdoet

Ik gooi het op de grond.

Als je het niet uitdoet

Ik gooi het op de grond.

Ik breng je mooi

bar garnalen,

Ik draag verse zaag

met de gladde en de mojarra.

Ik heb rode snapper,

vissen vanmorgen,

als je het niet van mij koopt,

laat je zus het voor me kopen.

Python, Python, Python

Ik had een droom afgelopen nacht.

Python, Python, Python

dat we klein waren

Python, Python, Python

en daar waren de grootouders.

Python, Python, Python

Wat waren mijn mensen gelukkig.

Python, Python, Python (bis)