Die Würde Des Schweins Ist Unantastbar! - Reinhard Mey

In einer engen Box war es

Auf Beton und standesgemäß

Dass sie die Glühbirne der Welt entdeckte

Sie war das Ferkel Nummer vier

Drei and’re lagen über ihr

So ein Gedränge, dass sie fast erstickte

Schon nach zwei Wochen Säug'akkord

Kam jemand und nahm Mutter fort

Doch noch als die Erinn’rung schon verblasst war

Fiel’n manchmal dem jungen Schwein

Der Mutter Worte wieder ein:

«Die Würde des Schweins ist unantastbar

Die Würde des Schweins ist unantastbar!»

Der Kerker wurde ihr zu Haus

An einem Fleck, tagein tagaus

Und immer im eigenen Dreck rumsitzen

Die feine Nase, der Gestank

Sie wurde traurig, wurde krank

Und als sie sehr krank wurde, gab es Spritzen

Sie wurd' zum Decken kommandiert

Das hat sie niemals akzeptiert

Dass Schweinesein nur Ferkelzucht und Mast war

Und wenn man ihren Willen brach

Dachte sie dran, wie Mutter sprach:

«Die Würde des Schweins ist unantastbar

Die Würde des Schweins ist unantastbar!»

Dann fuhr der Viehtransporter vor

Und packte sie an Schwanz und Ohr

Zusammen mit ihren Leidensgenossen

Die zitterten und quiekten bang

Und fuhr’n und standen stundenlang

Viel enger noch als üblich eingeschlossen

Das Schwein ist schlau, so ahnt es schon

Die tragische Situation

Sie wusste, dass dies ihre letzte Rast war

Sie hat den Schlachthof gleich erkannt

Und sie ging ohne Widerstand

Die Würde des Schweins ist unantastbar

Die Würde des Schweins ist unantastbar!

Sie hat den Himmel nie geseh’n

Durft' nie auf einer Weide steh’n

Hat nie auf trock’nem, frischem Stroh gesessen

Sie hat sich nie im Schlamm gesuhlt

Freudig gepaart, und eingekuhlt

Wie könnte ich dies Häufchen Elend essen?

Die Speisekarte in der Hand

Seh' ich über den Tellerrand

Und kann die Bilder wohl nie mehr vergessen

Ich möchte nicht, du armes Schwein

An deinem Leid mit schuldig sein

Weil ich in diesem Restaurant zu Gast war

Und ich bestell' von nun an wohl

Den überback'nen Blumenkohl

Die Würde des Schweins ist unantastbar

Die Würde des Schweins ist unantastbar!

Het zat in een krappe doos

Op beton en passend

Dat ze de gloeilamp van de wereld ontdekte

Ze was biggetje nummer vier

Drie anderen lagen over haar heen

Zo'n menigte dat ze bijna stikte

Al na twee weken zuigakkoord

Iemand kwam en nam moeder mee

Maar zelfs toen de herinnering al vervaagd was

Soms viel op het jonge varken

Nogmaals de woorden van de moeder:

"De waardigheid van het varken is onschendbaar"

De waardigheid van het varken is onschendbaar!"

De kerker werd haar thuis

Op één plek, dag in, dag uit

En altijd maar in je eigen vuil zitten

De fijne neus, de stank

Ze werd verdrietig, werd ziek

En toen ze erg ziek werd, waren er injecties

Ze kreeg de opdracht om te dekken

Dat heeft ze nooit geaccepteerd

Dat varken zijn was gewoon biggen fokken en mesten

En als je hun wil brak

Dacht ze aan hoe moeder zei:

"De waardigheid van het varken is onschendbaar"

De waardigheid van het varken is onschendbaar!"

Toen stopte de veewagen

En greep haar staart en oor

Samen met hun lotgenoten

Ze beefden en piepten van angst

En reed en stond urenlang

Veel strakker ingesloten dan normaal

Het varken is slim, het vermoedt het al

De tragische situatie

Ze wist dat dit haar laatste rust was

Ze herkende het slachthuis meteen

En ze ging zonder weerstand

De waardigheid van het varken is onschendbaar

De waardigheid van het varken is onschendbaar!

Ze heeft nog nooit de hemel gezien

Mogen nooit op een weiland staan

Heeft nooit op droog, vers stro gezeten

Ze wentelde zich nooit in de modder

Gelukkig gepaard en gekoeld

Hoe kon ik dit hoopje ellende opeten?

Het menu in de hand

Ik kijk over de rand

En zal de foto's waarschijnlijk nooit vergeten

Ik wil niet, jij arm varken

Om gedeeltelijk verantwoordelijk te zijn voor je lijden

Omdat ik te gast was in dit restaurant

En ik bestel vanaf nu

De gebakken bloemkool

De waardigheid van het varken is onschendbaar

De waardigheid van het varken is onschendbaar!