Лопнуло небо - Калинов Мост

Лопнуло воплем небо:

Сколько во мне кровей!

Вам — не чета, сбился считать.

А на моей голове

Дикие выросли травы в пол-аршина.

В ночь колдовал ручьями,

В день себя наказал, —

Локти вперед, яростный рот,

Платой сверкнула коса.

Голос с печалью вповал скрыл лощиной.

Кто слышал звонкую,

Крепче узлы затянул.

Кто видел светлую,

Птицей разбился в инурь.

Кто тронул терпкую,

Палки в колесах сломал

Кто выпил горькую,

Вырос, а был дюже мал.

Криком бежать за Солнцем

С именем на устах.

Тех, кто суров, ждут гулкий ров

И всепрощенье в кустах.

Руки петлей на груди, мне сложила, —

Так поминали первых…

De hemel barstte van een kreet:

Hoeveel bloed zit er in mij!

Je bent geen match, ik ben de tel kwijt.

En op mijn hoofd

Wilde kruiden groeiden uit tot een halve arshin.

's Nachts toverde hij stromen,

Op de dag dat ik mezelf strafte, -

Ellebogen naar voren, woedende mond,

Een zeis flitste.

De stem werd treurig verborgen door een holte.

Wie heeft de oproep gehoord?

Aangescherpte knopen.

Wie zag het licht?

Crashte als een vogel in de urn.

Wie heeft de taart aangeraakt

Stokjes in wielen gebroken

Wie dronk bitter?

Hij groeide op, maar was erg klein.

Huil om achter de zon aan te rennen

Met een naam op je lippen.

Degenen die streng zijn wachten op een klinkende slotgracht

En vergeving in de struiken.

Handen met een strop op mijn borst, ik vouwde, -

Dus ze herinnerden zich de eerste...