Le tiers chant - Jean Ferrat

Te prendre à Dieu contre moi-même

Etreindre étreindre ce qu’on aime

Tout le reste est jouer aux dés

Suivre ton bras toucher ta bouche

Etre toi par où je te touche

Et tout le reste est des idées

Je suis la croix où tu t’endors

Le chemin creux qui pluie implore

Je suis ton ombre lapidée

Je suis ta nuit et ton silence

Oublié dans ma souvenance

Ton rendez-vous contremandé

Te prendre à Dieu contre moi-même

Etreindre étreindre ce qu’on aime

Tout le reste est jouer aux dés

Suivre ton bras toucher ta bouche

Etre toi par où je te touche

Et tout le reste est des idées

Le mendiant devant ta porte

Qui se morfond que tu ne sortes

Et peut mourir s’il est tardé

Et je demeure comme meurt

A ton oreille une rumeur

Le miroir de toi défardé

Te prendre à Dieu contre moi-même

Etreindre étreindre ce qu’on aime

Tout le reste est jouer aux dés

Suivre ton bras toucher ta bouche

Etre toi par où je te touche

Et tout le reste est des idées

Breng je naar God tegen mezelf

knuffel knuffel waar je van houdt

Al het andere is dobbelstenen

Volg je arm raak je mond aan

Wees jij waar ik je aanraak

En al het andere zijn ideeën

Ik ben het kruis waar je in slaap valt

De holle weg die regen smeekt

Ik ben je gestenigde schaduw

Ik ben je nacht en je stilte

Vergeten in mijn geheugen

Uw herroepingsdatum

Breng je naar God tegen mezelf

knuffel knuffel waar je van houdt

Al het andere is dobbelstenen

Volg je arm raak je mond aan

Wees jij waar ik je aanraak

En al het andere zijn ideeën

De bedelaar voor je deur

Wie moppert dat je niet naar buiten gaat?

En kan sterven als het wordt uitgesteld

En ik blijf terwijl ik sterf

In je oor een gerucht

De vervaagde spiegel van jou

Breng je naar God tegen mezelf

knuffel knuffel waar je van houdt

Al het andere is dobbelstenen

Volg je arm raak je mond aan

Wees jij waar ik je aanraak

En al het andere zijn ideeën