Воспоминание о будущем - Александр Розенбаум

Прохудилися карманы, да, зашить их некому,

Вот и шляюсь в стельку пьяный, бегаю от зеркала.

Даже рупь не держится ни в руках, ни в присказке,

А где-то жизнь вертится, далеко ли, близко ли.

За горою, за морем — где ж ты, суматошная?

А в тихой моей заводи черти дохнут — тошно им.

Седина ли в бороду, бес в ребро — нет разницы.

Стали люди гордыми в будни и по праздникам.

Стали люди грамотны, десять классов каждому,

А если меньше — сраму-то, грамотные граждане!

А вот помню, в коммуналке мы, Новый год — всем обществом,

Закусь, водка — жалко ли, по имени, по отчеству.

А нынче двери крепкие, всё глазки с цепочками,

Что там твоей крепости — связь тире да точками.

Спички вышли давеча, я вниз-вверх по лестнице —

Что в питомник лающий, думал, кто-то взбесится.

Я к ларьку: мамаша, мол, спичек дай без очереди.

А она в ответ: «Давай, пошёл, тоже мне, сыночечек!»

Так вот и наладились: от горшка да к дизелю,

А всё веселье в радио да и по телевизору.

А знаете, как хочется, чтоб по-человечески:

По имени, по отчеству, ну, в общем, по-отечески!

Zakken lekken, ja, er is niemand om ze dicht te naaien,

Dus ik ben dronken in de binnenzool, rennend voor de spiegel.

Zelfs de roebel wordt niet in de handen gehouden, noch in het gezegde:

En ergens draait het leven, of het nu ver of dichtbij is.

Over de berg, over de zee - waar ben je, bruisend?

En in mijn stille binnenwater sterven de duivels - ze voelen zich ziek.

Of het nu grijs haar in een baard is, demon in een rib - het maakt geen verschil.

Mensen werden trots op weekdagen en op feestdagen.

Mensen werden geletterd, elk tien klassen,

En als minder - schande, geletterde burgers!

Maar ik herinner me, we zijn in een gemeenschappelijk appartement, Nieuwjaar - door de hele samenleving,

Snack, wodka - is het jammer, bij naam, bij patroniem.

En nu zijn de deuren sterk, alle ogen met kettingen,

Wat is jouw fort - een verbinding tussen streepjes en punten.

De lucifers zijn zojuist uitgegaan, ik loop de trap op en af ​​-

Dat geblaf in de kinderkamer, ik dacht dat iemand kwaad zou worden.

Ik ga naar de kraam: moeder, zeggen ze, geef me lucifers zonder wachtrij.

En ze antwoordde: "Kom op, ga, ik ook, zoon!"

En zo hebben we het goed gedaan: van een pot naar een dieselmotor,

En al het plezier is op de radio en op tv.

En je weet hoe je wilt dat het als een mens is:

Bij naam, bij patroniem, nou ja, in het algemeen, vaderlijk!