Ingwerbrot und Nüsse - Samsas Traum

Einst kamst Du mit Ingwerbrot und Nüssen

Mit Gift und Schokolade in mein Haus

Du wolltest meinen Mund vor seinem küssen

Und zogst mich nackt bis auf die Seele aus

Draußen, in der Nacht, da fror im Sturme

Das Wasser, unter Decken schmolz der Schnee

Wir sangen in der Täuschung höchstem Turme

Dann mischte sich Dein Blut mit schwarzem Tee

Einst öffneten Tabak und der Winter

Das schwere Schloss mit einem leichten Stoß

Du hattest viele Fragen, doch dahinter

Verbarg sich nur die Angst in deinem Schoß

Draußen, auf der Straße, da fiel Regen

Ein Schleier, unter dem die Welt verschwand

Auf harten Boden sollte ich mich legen

Mit nichts als Hoffnung in der kalten Hand

Einst kamst Du mit zuckersüßen Stangen

Und einem kleinen Herzen in der Brust

In meinen Garten, und wir spielten Fangen

Wir haben von der Liebe nichts gewusst

Draußen, vor dem Zelt, da suchten Riesen

Nach uns, wir waren einmal gut versteckt

Umringt von hellem Blau und Sommerwiesen

Dir Arme nacheinander ausgestreckt

All die Jahre schliefen stumpfe Scheren

Und Messer, sogar Zirkel neben mir

Um mich im Schlaf der Träume zu erwehren

Ich schrieb und schnitt Gefühle aus Papier

Einst, da kommst Du zu mir in die Kissen

Legst Dich sanft neben mich und lachst mich an

Du nimmst mir all den Schmerz und mein Gewissen:

Die Zeit läuft nie zurück, sie geht voran

Je kwam eens met peperkoek en nootjes

Met gif en chocolade in mijn huis

Je wilde mijn mond kussen voor de zijne

En heeft me tot op het bot uitgekleed

Buiten, 's nachts, vroor het in de storm

Het water, onder dekens smolt de sneeuw

We zongen in de misleiding van de hoogste toren

Dan is je bloed vermengd met zwarte thee

Tabak en winter eenmaal geopend

Het zware slot met een lichte druk

Je had veel vragen, maar achter

Alleen angst verstopte zich in je schoot

Buiten, op straat, regende het

Een sluier waaronder de wereld verdween

Ik zou op harde grond moeten gaan liggen

Met niets dan hoop in zijn koude hand

Er was eens een tijd dat je met suikerzoete stokjes kwam

En een klein hartje in de borst

In mijn tuin en we speelden tikkertje

We wisten niets van liefde

Buiten, voor de tent, waren reuzen aan het zoeken

Na ons waren we ooit goed verstopt

Omgeven door helderblauwe en zomerse weilanden

Je armen de een na de ander uitgestrekt

Al die jaren sliep de stompe schaar

En messen, zelfs kompassen naast me

Om mezelf te verdedigen in de slaap van dromen

Ik schreef en knipte gevoelens uit papier

Eens, kom je naar mij in de kussens

Ga rustig naast me liggen en lach naar me

Je neemt al mijn pijn en mijn geweten weg:

De tijd gaat nooit achteruit, hij gaat vooruit