...an Solaris - Samsas Traum

Grau

Und alt

Mein trockenes Auge

Erblickt trüb´ und kalt

Das Loch in der Mauer

Eine Pforte zum Licht:

Aus dunklen Gedanken

Erweckt´s mich…

…nicht?

Strahlen der Jugend auf ledrige Hände

Aus meinen 4 werden schnell 5 feuchte Wände:

Der Spalt wird zur Farbenflut

Entfacht die Traumesglut

Läßt die Erinn´rung auf Flügeln herein…

…zu mir

Der Wind wiegt die Blätter der knorrigen Eiche

Unschuld umspielt goldne Locken

Die Flammen erreichen die Füße nur schwerlich

Der Himmel war blau und Leichtsinn unentbehrlich

Zum Wipfel hinan !

Ernsthaftigkeit weiche!

Nichts bringt kleine Herzen zum Stocken

An kindliche Höhen wagt nur sich heran

Der fliegen, doch besser noch: tief fallen kann

Terra an Solaris!

Ich falle nach Utopia!

Doch bevor die Kindlichkeit in mir versiegelt wurde

Ist die Frage schon gedacht:

Wann habe ich zum ersten Mal gelacht?

Wie Wachs zerfließt der Wald zu Pech

Der Horizont verbiegt sich

Häßlich leblos und erwachsen

Bleibt vom Märchen nichts mehr übrig

Nur die Wahl: Weg oder Klinge?

In mir schlägt ein schwarzer Klumpen

Der die zweite Frage stellen kann:

Was haben wir uns angetan?

Erziehe mich zum Krieg mit Dir

Entziehe mir mein Leben

Wenn ich an meinem Kindbett sitz´

Will ich Dich, Vater, töten

Ich lauf´ am schnellsten, werfe weit

Im Traum bin ich gesprungen

Viel höher als die and´ren

Für ein Loch in Deinen Lungen

Dein Wort schnürt mir die Kehle zu

Ich säg´ an meinen Beinen

Dreifache Fragen stell´ ich Dir

Und breche beide Arme mir:

Wann ist der Sohn gestorben?

Und wann hast Du´s gemerkt?

Wie schrecklich riechen Kinder

Die zur Hölle fahr´n und weinen?

Und manchmal, ja, da sinke ich

Hinab in meinem Ozean

Weil so ein Mensch wie ich es bin

Dem Wellengang nicht folgen kann

Und manchmal sind die Sterne nah

Vom Meeresgrund seh´ ich sie an

Weil ohne Arm´ und Beine ich

Nicht schwimmen, doch ertrinken kann

Grijs

En oud

mijn droge oog

Ziet saai en koud

Het gat in de muur

Een poort naar het licht:

Van donkere gedachten

Maakt het me wakker...

…niet?

Uitstraling van de jeugd op leerachtige handen

Mijn 4 worden al snel 5 vochtige muren:

De kloof wordt een vloed van kleuren

Ontsteek de droom sintels

Laat de herinnering binnenkomen op vleugels...

…naar mij

De wind wiegt de bladeren van de knoestige eik

Onschuld streelt gouden krullen

De vlammen bereiken nauwelijks de voeten

De lucht was blauw en onvoorzichtigheid onmisbaar

Op naar de top!

ernst zacht!

Niets breekt kleine harten

Alleen jezelf durft kinderlijke hoogten te bereiken

Wie kan vliegen, maar nog beter: kan diep vallen

Terra naar Solaris!

Ik val in utopie!

Maar voordat de kinderachtigheid in mij was verzegeld

Is de vraag al bedacht:

Wanneer heb ik voor het eerst gelachen?

Net als was smelt het bos tot pek

De horizon buigt

Lelijk levenloos en volwassen

Van het sprookje is niets meer over

De enige keuze: pad of mes?

Een zwarte bult klopt in mij

Wie kan de tweede vraag stellen:

Wat hebben we elkaar aangedaan?

Leer me oorlog met jou te voeren

Neem mijn leven van me af

Als ik aan het bed van mijn kind zit

Ik wil je vermoorden, vader

Ik ren het snelst, gooi ver

In de droom sprong ik

Veel hoger dan de anderen

Voor een gat in je longen

Uw woord vernauwt mijn keel

Ik zag aan mijn benen

Ik stel je drie vragen

En breek mijn beide armen:

Wanneer stierf de zoon?

En wanneer merkte je dat?

Hoe vreselijk ruiken kinderen?

Wie gaat er naar de hel en huilt?

En soms, ja, ik zink

Beneden in mijn oceaan

Omdat iemand zoals ik dat is

Kan de golven niet volgen

En soms zijn de sterren dichtbij

Ik kijk naar haar vanaf de bodem van de zee

Want zonder armen en benen ik

Kan niet zwemmen, maar kan verdrinken