Kada padne noć - Riblja Čorba

Ja zivim na slepom koloseku,

Prosli su svi moji vozovi,

Cito sam danasnje novine,

Nisu izvuceni moji lozovi.

Sunce izlazi i zalazi,

Sve je kao i obicno,

Kada o tebi ne razmisljam,

Stvarno se osecam odlicno.

Nisam dripac, ni probisvet

I ni zbig cega nije me stid,

Imam svoj malo svet

I onoko njega kineski zid.

A kada padne noc,

Ja zovem upomoc,

Jer tebe nema tu.

I svaki novi dan

Ko smrt je dosadan,

Jer tebe nema tu.

Ik woon op een doodlopende weg,

Al mijn treinen zijn gepasseerd,

Ik las de krant van vandaag,

Mijn wijnstokken zijn niet getrokken.

De zon komt op en gaat onder,

Alles is zoals gewoonlijk,

Als ik niet aan je denk,

Ik voel me echt geweldig.

Ik ben geen eikel, ik ben geen prostituee

En ik schaam me nergens voor,

Ik heb mijn eigen kleine wereld

En om hem heen de Grote Muur van China.

En als de avond valt,

ik roep om hulp,

Omdat je er niet bent.

En elke nieuwe dag

Wie de dood saai is,

Omdat je er niet bent.