Il voulait - Michel Delpech

Il voulait, il voulait, il voulait

Que tu vives en princesse

Il voulait, il voulait, il voulait

Te couvrir de richesses

Il voulait, il voulait, il voulait

Mais il n’a pas su t’aimer

Comme je savais t’aimer

Tu m’aimais, je t’aimais

Je t’aime

Il voulait, il voulait, il voulait

T’emmener très loin

Bien trop loin de moi

Pour que tu m’oublies

Il ne savait pas

Que moi je t’attends toujours

Si jamais tu veux revenir

Un de ces matins

Plus beau que jamais

Tu sais que j’attends

Pour te retrouver

Pour te consoler

Enfin

Il voulait, il voulait, il voulait

Bien sûr te rendre heureuse

Il voulait, il voulait, il voulait

Mais tu n’es pas heureuse

Il voulait, il voulait, il voulait

Mais il ne saura jamais

Jamais combien on s’aimait

Tous les deux

On s’aimait, on s’aimait

Tous les deux

On s’aimait, on s’aimait

Hij wilde, hij wilde, hij wilde

Dat je leeft als een prinses

Hij wilde, hij wilde, hij wilde

Bedek je met rijkdom

Hij wilde, hij wilde, hij wilde

Maar hij wist niet hoe hij van je moest houden

Hoe ik wist dat ik van je moest houden

Jij hield van mij, ik hield van jou

Ik houd van je

Hij wilde, hij wilde, hij wilde

je heel ver brengen

Veel te ver van mij

Voor jou om mij te vergeten

Hij wist het niet

Dat ik altijd op je wacht

Als je ooit terug wilt komen?

Een van die ochtenden

mooier dan ooit

Je weet dat ik wacht

Om jou te vinden

Om je te troosten

Eindelijk

Hij wilde, hij wilde, hij wilde

Natuurlijk word je blij

Hij wilde, hij wilde, hij wilde

Maar je bent niet gelukkig

Hij wilde, hij wilde, hij wilde

Maar hij zal het nooit weten

Nooit hoeveel we van elkaar hielden

Beide

We hielden van elkaar, we hielden van elkaar

Beide

We hielden van elkaar, we hielden van elkaar