Hieronder staat de songtekst van het nummer Les assis , artiest - Léo Ferré met vertaling
Originele tekst met vertaling
Léo Ferré
Noirs de loupes, grêlés, les yeux cerclés de bagues
Vertes, leurs doigts boulus crispés à leurs fémurs
Le sinciput plaqué de hargnosités vagues
Comme les floraisons lépreuses des vieux murs
Ils ont greffé dans des amours épileptiques
Leur fantasque ossature aux grands squelettes noirs
De leurs chaises;
leurs pieds aux barreaux rachitiques
S’entrelacent pour les matins et pour les soirs !
Ces vieillards ont toujours fait tresse avec leurs sièges
Sentant les soleils vifs percaliser leur peau
Ou, les yeux à la vitre où se fanent les neiges
Tremblant du tremblement douloureux du crapaud
Et les Sièges leur ont des bontés: culottée
De brun, la paille cède aux angles de leurs reins;
L'âme des vieux soleils s’allume, emmaillotée
Dans ces tresses d'épis où fermentaient les grains
Et les Assis, genoux aux dents, verts pianistes
Les dix doigts sous leur siège aux rumeurs de tambour
S'écoutent clapoter des barcarolles tristes
Et leurs caboches vont dans des roulis d’amour
— Oh !
ne les faites pas lever !
C’est le naufrage…
Ils surgissent, grondant comme des chats giflés
Ouvrant lentement leurs omoplates, ô rage !
Tout leur pantalon bouffe à leurs reins boursouflés
Et vous les écoutez, cognant leurs têtes chauves
Aux murs sombres, plaquant et plaquant leurs pieds tors
Et leurs boutons d’habit sont des prunelles fauves
Qui vous accrochent l’oeil du fond des corridors !
Puis ils ont une main invisible qui tue:
Au retour, leur regard filtre ce venin noir
Qui charge l’oeil souffrant de la chienne battue
Et vous suez, pris dans un atroce entonnoir
Rassis, les poings noyés dans des manchettes sales
Ils songent à ceux-là qui les ont fait lever
Et, de l’aurore au soir, des grappes d’amygdales
Sous leurs mentons chétifs s’agitent à crever
Quand l’austère sommeil a baissé leurs visières
Ils rêvent sur leur bras de sièges fécondés
De vrais petits amours de chaises en lisière
Par lesquelles de fiers bureaux seront bordés;
Des fleurs d’encre crachant des pollens en virgule
Les bercent, le long des calices accroupis
Tels qu’au fil des glaïeuls le vol des libellules
— Et leur membre s’agace à des barbes d'épis
Zwart met vergrootglazen, pokdalig, ogen omringd met ringen
Groen, hun uitpuilende vingers gebald bij hun dijbenen
De sinciput gekleed in vage norsheid
Zoals de melaatse bloemen van de oude muren
Ze geënt in epileptische liefdes
Hun grillige raamwerk met grote zwarte skeletten
Van hun stoelen;
hun voeten met gammele tralies
Verstrengelen voor ochtenden en avonden!
Deze oude mannen hebben altijd hun stoelen gevlochten
De felle zonnen voelen doordringen in hun huid
Of ogen naar de ruit waar de sneeuw vervaagt
Bevend van de pijnlijke beving van de pad
En de stoelen doen ze goed: brutaal
Van bruin geeft het kaf toe aan de hoeken van hun lendenen;
De ziel van oude zonnen licht op, ingebakerd
In deze vlechten van oren waar de granen aan het gisten waren
En de Zittende, knieën tot tanden, groene pianisten
De tien vingers onder hun stoel naar de geruchten van drums
Luister naar elkaar kabbelende droevige barcarolles
En hun noggins gaan in rollen van liefde
- Oh !
krijg ze niet omhoog!
Het is schipbreuk...
Ze duiken op, grommend als geslagen katten
Ze openen langzaam hun schouderbladen, oh woede!
Al hun broeken eten hun opgeblazen lendenen op
En je luistert naar ze, bonzend met hun kale hoofden
Naar de donkere muren, slaand en slaand met hun kromme voeten
En hun jasknopen zijn getaande pupillen
Die je aandacht trekken vanaf de achterkant van de gangen!
Dan hebben ze een onzichtbare hand die doodt:
Bij hun terugkeer filtert hun blik dit zwarte gif
Wie laadt het pijnlijke oog van de gehavende vrouwelijke hond op?
En jij zweet, gevangen in een ondraaglijke trechter
Oud, vuisten verdronken in vuile manchetten
Ze denken aan degenen die hen hebben doen opstaan
En, van zonsopgang tot zonsondergang, clusters van amandelen
Onder hun nietige kinnen trillen tot de dood
Wanneer een strenge slaap hun vizieren heeft laten zakken
Ze dromen op hun arm van bevruchte stoelen
Echte kleine liefdes voor stoelen op de rand
Waaraan trotse kantoren zullen worden begrensd;
Inktachtige bloemen die kommapollen spuwen
Schommel ze, langs gehurkte kelken
Zoals over de gladiolen de vlucht van libellen
— En hun lid ergert zich aan maïsbaarden
Liedjes in verschillende talen
Hoogwaardige vertalingen in alle talen
Vind binnen enkele seconden de teksten die je nodig hebt