Ballade Pour Un Fou (Loco, Loco) - Julien Clerc

Tu vois, je suis planté, planté planté,

Au milieu du désert,

Dont mes rêves sont faits

Des enfants astronautes gonflent mon cœur

Pour le voir s’envoler au milieu des splendeurs.

Tu vois, je suis planté, planté planté,

Au cœur de Buenos Aires, la ville aux yeux fardés

Au fond de cet estuaire, où viennent les pétroliers

Donner à la rivière, un long baiser salé.

Loco, Loco, Loco

C’est le nom qu’ils me donnent

Et qui veut dire fou.

Et dans ce monde

Où tous les hommes se croient debout

Je suis le seul à me vanter

De me traîner à tes genoux.

Tu vois, je suis planté, planté, planté

Dans un ciel de réglisse, j’ai jeté mes dragées

C’est ta croix du sud que je viens de semer

Et qui du fond du ciel étoile ton sommeil

Tu vois, je suis planté, planté, planté.

Le souffle du bandonéon, avale mes poignets

Les cils des feux rouges clignotent sans arrêt

Pour me faire chanter, me taire ou bien voler

Tu vois, je suìs planté, planté, planté…

Zie je, ik ben geplant, geplant geplant,

Midden in de woestijn,

Waar mijn dromen van gemaakt zijn

Astronautenkinderen doen mijn hart zwellen

Om het te zien zweven tussen pracht en praal.

Zie je, ik ben geplant, geplant geplant,

In het hart van Buenos Aires, de stad met geschilderde ogen

Beneden in dat estuarium, waar de tankers vandaan komen...

Geef de rivier een lange, zoute kus.

Loco, Loco, Loco

Dat is de naam die ze me geven

En dat betekent gek.

En in deze wereld

waar alle mannen denken dat ze staan

Ik ben de enige die opschept

Om me op je knieën te slepen.

Zie je ik ben geplant, geplant, geplant

In een hemel van drop gooide ik mijn gesuikerde amandelen

Het is je zuidelijke kruis dat ik net heb gezaaid

En wie vanuit de diepten van de sterrenhemel je slaapt

Zie je, ik ben geplant, geplant, geplant.

De adem van de bandoneon, slik mijn polsen in

Rood licht wimpers blijven knipperen

Om me te laten zingen of mijn mond te houden of anders te stelen

Kijk, ik ben geplant, geplant, geplant...