Hieronder staat de songtekst van het nummer L'homme dota d'un nom chaque animal , artiest - Hugues Aufray met vertaling
Originele tekst met vertaling
Hugues Aufray
L’homme dota d’un nom chaque animal
Au matin des temps, au premier temps des temps
L’homme dota d’un nom chaque animal
Dans la nuit des temps, loin dans le temps
Il vit une fourrure rousse qui flânait sur la mousse
Cueillant framboises et saumons à la source
Bourru, hirsute, nonchalant dans sa course
Lui on l’appellera ours
L’homme dota d’un nom chaque animal
Au matin des temps, au premier temps des temps
L’homme dota d’un nom chaque animal
Dans la nuit des temps, loin dans le temps
Il vit une bête paisible mais sans panache
Un ventre rond qui nuit et jour mâche et remâche
Elle donne un bon lait chaud d’un blanc sans tache
Elle on l’appellera vache
L’homme dota d’un nom chaque animal
Au matin des temps, au premier temps des temps
L’homme dota d’un nom chaque animal
Dans la nuit des temps, loin dans le temps
Il vit un animal noble et très beau
Cornes effilées tels poignards et couteaux
Des yeux de braise, de l’or sous les sabots
Lui s’appellera taureau
L’homme dota d’un nom chaque animal
Au matin des temps, au premier temps des temps
L’homme dota d’un nom chaque animal
Dans la nuit des temps, loin dans le temps
Il vit un animal rose, ronchon, grognon
Qui labourait la terre avec obstination
La queue torchon, et comme un tire-bouchon
Lui s’appellera cochon
L’homme dota d’un nom chaque animal
Au matin des temps, au premier temps des temps
L’homme dota d’un nom chaque animal
Dans la nuit des temps, loin dans le temps
Voyant des bêtes bêlant plus que de raison
Dos de laine et manteau de flocons
Rasant les prés comme on tond le gazon
Eux s’appelleront moutons
L’homme dota d’un nom chaque animal
Au matin des temps, au premier temps des temps
L’homme dota d’un nom chaque animal
Dans la nuit des temps, loin dans le temps
Il vit enfin dans le soleil couchant
Une bête qui changeait sa peau tous les ans
Vers un pommier elle allait en rampant
Diable…
De mens gaf een naam aan elk dier
In de ochtend van tijd, in de eerste tijd van tijd
De mens gaf een naam aan elk dier
In de nevelen van de tijd, ver in de tijd
Hij zag een rode vacht op het mos liggen
Frambozen en zalm plukken aan de bron
Nors, ruig, nonchalant op zijn pad
Hij zal beer genoemd worden
De mens gaf een naam aan elk dier
In de ochtend van tijd, in de eerste tijd van tijd
De mens gaf een naam aan elk dier
In de nevelen van de tijd, ver in de tijd
Hij zag een vredig beest zonder zwier
Een ronde buik die dag en nacht kauwt en kauwt
Het geeft een goede warme melk van een smetteloos wit
Ze zal koe heten
De mens gaf een naam aan elk dier
In de ochtend van tijd, in de eerste tijd van tijd
De mens gaf een naam aan elk dier
In de nevelen van de tijd, ver in de tijd
Hij zag een nobel en heel mooi dier
Scherpe horens zoals dolken en messen
Brandende ogen, goud onder de hoeven
Zijn naam zal stier zijn
De mens gaf een naam aan elk dier
In de ochtend van tijd, in de eerste tijd van tijd
De mens gaf een naam aan elk dier
In de nevelen van de tijd, ver in de tijd
Hij zag een roze, knorrig, knorrig dier
Wie heeft de aarde koppig bewerkt?
De voddenstaart, en als een kurkentrekker
Zijn naam zal varken zijn
De mens gaf een naam aan elk dier
In de ochtend van tijd, in de eerste tijd van tijd
De mens gaf een naam aan elk dier
In de nevelen van de tijd, ver in de tijd
Beesten zien blaten buiten de rede
Achterkant van wol en jas van sneeuwvlokken
De weiden afromen zoals we het gras maaien
Ze zullen schapen worden genoemd
De mens gaf een naam aan elk dier
In de ochtend van tijd, in de eerste tijd van tijd
De mens gaf een naam aan elk dier
In de nevelen van de tijd, ver in de tijd
Hij leeft eindelijk in de ondergaande zon
Een beest dat elk jaar van huid veranderde
Naar een appelboom kroop ze
Duivel…
Liedjes in verschillende talen
Hoogwaardige vertalingen in alle talen
Vind binnen enkele seconden de teksten die je nodig hebt