Będę śniła - Edyta Gorniak

Odeszli już ostatni, co ścigali wiatr

W kraje uśpionych miast

W źrenice jezior, ostrza traw, proporce drzew

Jak sen i czar…

Będę śniła swoją baśń

Powrócę tutaj znowu

W mrocznych zamkach skryty skarb

Lecz jak?

Pędzą konie w ciszy mgieł

Kto drogę zna?

Któżby mógł zatrzymać je

W zapadłych murach wielka miłość

Wielkie łzy

W zimnym spojrzeniu gwiazd

Piękni rycerze w srebrnych zbrojach

Wznoszą się

Ponad noc, ponad sen, ponad czas.

Będę śniła swoją baśń

W mrocznych zamkach skryty skarb

Pędzą konie w ciszy mgieł

Któżby mógł zatrzymać je

Swoją baśń…

Będę śniła swoją baśń

Powrócę tutaj znowu …

De laatsten die de wind achtervolgden waren weg

In de landen van slapende steden

In de pupillen van de meren, de grassprieten, de banieren van bomen

Als een droom en een charme...

Ik zal mijn sprookje dromen

Ik kom hier nog een keer terug

Een schat is verborgen in donkere kastelen

Maar hoe?

Ze haasten de paarden in de stilte van de mist

Wie weet de weg?

Wie zou ze kunnen houden?

Grote liefde in de gevallen muren

Grote tranen

In de koude blik van de sterren

Mooie ridders in zilveren harnas

ze stijgen

Over de nacht, over de slaap, over de tijd.

Ik zal mijn sprookje dromen

Een schat is verborgen in donkere kastelen

Ze haasten de paarden in de stilte van de mist

Wie zou ze kunnen houden?

Jouw sprookje...

Ik zal mijn sprookje dromen

Ik kom hier nog een keer terug...