Жди - Алексей Вдовин

Жди меня, жди —

Меня всю ночь фонарь сторожил,

В окне заборы, и гаражи,

И хмурые дома в лесах.

Там на воде

Мы написали слово «нигде»

И долго — долго плыли, надев

На мачту небеса.

Жди меня, жди —

Я столько лет тебя ворожил,

А сколько я бумаг ворошил,

Точил карандаши и пел.

И никого

Не было, кто бы огонь

Держал, не разжимая ладонь,

Остался лишь один припев:

Жди, жди…

Жди меня, жди.

От осени сбежали стрижи,

И мы всё друг от друга бежим.

Рука в руке, плечом к плечу.

И провода

Качали нас по всем городам,

И вдоль дорог столбов череда —

Нательные кресты пьянчуг.

Жди меня, жди.

Мы дети над обрывом во ржи,

Сто лет по одиночке кружим,

Как точки на щеках весны,

Да только бродят звёзды в ночи,

Да только кочевая песня звучит,

А камыши всё так же молчат,

Хоть ветры говорят навзрыд:

Жди, жди…

Жди меня, жди.

Пусть наши отраженья уже

Забыли лужи и витражи —

Заснежены они теперь.

И пусть прольётся слеза,

Мы скоро растворимся в тиши,

И чёрточки на наших часах,

Оставь открытой дверь —

Верь и — жди, жди…

Wacht op mij, wacht

Een lantaarn bewaakte mij de hele nacht,

In het raam zijn er hekken, en garages,

En sombere huizen in het bos.

Daar op het water

We schreven het woord "nergens"

En lange tijd zeilden ze, terwijl ze zich aantrokken

Naar de hemelmast.

Wacht op mij, wacht

Ik betover je al zoveel jaren

En hoeveel papieren ik opriep,

Hij slijpde potloden en zong.

en niemand

Er was niemand die zou vuren

Vastgehouden, zonder zijn handpalm los te maken,

Er is nog maar één refrein over:

Wacht wacht…

Wacht op mij, wacht.

Gierzwaluwen vluchtten uit de herfst,

En we blijven voor elkaar wegrennen.

Hand in hand, schouder aan schouder.

en draden

Ze wiegden ons in alle steden,

En langs de wegen van pilaren van een reeks -

Borstvinnen kruist dronkaard.

Wacht op mij, wacht.

Wij zijn kinderen over een klif in de rogge,

Al honderd jaar cirkelen we alleen,

Als stippen op de wangen van de lente,

Ja, alleen de sterren zwerven in de nacht,

Ja, alleen een nomadisch lied klinkt,

En het riet zwijgt nog,

Hoewel de wind snikkend zegt:

Wacht wacht…

Wacht op mij, wacht.

Laat onze reflecties al

Plassen en glas-in-loodramen vergeten -

Ze zijn nu bedekt met sneeuw.

En laat een traan vallen

We zullen spoedig oplossen in stilte,

En streepjes op onze horloges

Laat de deur open

Geloof en - wacht, wacht ...