Генерал Скобелев - Аквариум

Мне снился генерал Скобелев, только что попавший в тюрьму.

Мне снилось, что он говорил с водой, и вода отвечала ему.

Деревья слушали их, вокруг была пустота.

Была видна только тень от круга, и в ней была тень креста.

Дело было на острове женщин, из земли поднимались цветы.

Вокруг них было Белое море, в море громоздились льды.

Женщины стояли вокруг него, тонкие, как тополя.

Над их ветвями поднималась Луна, и под ногами молчала земля.

Генерал оглянулся вокруг и сказал: «Прекратите ваш смех.

Дайте мне веревку и мыло, и мы сошьем платья для всех.

Немного бересты на шапки, обувь из десяти тысяч трав,

Потом подкинем рябины в очаг, и мы увидим, кто из нас прав.»

Никто не сказал ни слова, выводы были ясны.

Поодаль кругом стояли все те, чьи взгляды были честны.

Их лица были рябы от сознанья своей правоты,

Их пальцы плясали балет на курках, и души их были пусты.

Какой-то случайный прохожий сказал: «Мы все здесь, вроде, свои.

Пути Господни не отмечены в картах, на них не бывает ГАИ.

Можно верить обществу, можно верить судьбе,

Но если ты хочешь узнать Закон, то ты узнаешь его в себе.»

Конвой беспокойно задвигался, но пришедший был невидим для них.

А генерал продолжал чинить валенки, лицо его скривилось на крик.

Он сказал: «В такие времена, как наши, нет места ненаучной любви», —

И руки его были до локтей в землянике, а может быть — по локоть в крови.

Между тем, кто-то рядом бил мух, попал ему ложкой в лоб.

Собравшиеся скинулись, собрали на приличный гроб.

Священник отпел его, судья прочитал приговор.

И справа от гроба стоял председатель, а слева от гроба был вор.

Этот случай был отмечен в анналах, но мало кто писал о нем.

Тот, кто писал, вспоминал об общественном, чаще вспоминал о своем.

А деревья продолжают слушать, гудит комариная гнусь,

И женщины ждут продолженья беседы, а я жду, пока я проснусь.

Ik droomde van generaal Skobelev, die net naar de gevangenis was gestuurd.

Ik droomde dat hij tegen het water sprak, en het water antwoordde hem.

De bomen luisterden naar hen, er was leegte rondom.

Alleen de schaduw van de cirkel was zichtbaar, en daarin was de schaduw van het kruis.

Het was op het vrouweneiland, bloemen stegen op uit de grond.

Om hen heen was de Witte Zee en ijs stapelde zich op in de zee.

Vrouwen stonden om hem heen, dun als populieren.

De maan rees boven hun takken uit en de aarde was stil onder hun voeten.

De generaal keek om zich heen en zei: 'Hou op met lachen.

Geef me touw en zeep, en we naaien jurken voor iedereen.

Een beetje berkenbast voor hoeden, schoenen gemaakt van tienduizend kruiden,

Laten we dan de lijsterbes in de haard gooien, dan zullen we zien wie van ons gelijk heeft."

Niemand zei een woord, de conclusies waren duidelijk.

Op een afstand waren overal mensen wiens mening eerlijk was.

Hun gezichten waren gerimpeld van het bewustzijn van hun juistheid,

Hun vingers dansten ballet op trekkers en hun zielen waren leeg.

Een willekeurige voorbijganger zei: “We zijn hier allemaal, zo lijkt het, van onszelf.

De wegen van de Heer zijn niet aangegeven op kaarten, er staat geen verkeerspolitie op.

Je kunt de samenleving vertrouwen, je kunt het lot vertrouwen,

Maar als u de Wet wilt kennen, dan zult u die in uzelf kennen.”

Het konvooi bewoog zich rusteloos, maar de nieuwkomer was voor hen onzichtbaar.

En de generaal ging door met het repareren van laarzen, zijn gezicht vertrokken in een schreeuw.

Hij zei: "In tijden als de onze is er geen plaats voor onwetenschappelijke liefde,"

En zijn handen zaten tot aan de ellebogen in aardbeien, en misschien tot aan de ellebogen in het bloed.

Ondertussen sloeg iemand vliegen in de buurt, sloeg hem op het voorhoofd met een lepel.

Degenen die zich hadden verzameld haastten zich en verzamelden hen voor een fatsoenlijke kist.

De priester las het, de rechter las het vonnis.

En rechts van het graf stond de voorzitter, en links van het graf stond de dief.

Dit incident werd genoteerd in de annalen, maar weinigen schreven erover.

Degene die schreef, herinnerde zich het publiek, herinnerde zich vaker zijn eigen.

En de bomen blijven luisteren, de mug zoemt,

En de vrouwen wachten tot het gesprek verder gaat, en ik wacht tot ik wakker word.