Blasphème - Julien Clerc

La pluie mouille la ville

Tu m’apparais comme l'éclair

Ton regard est toujours aussi vert

Ta robe bleue, je l'éparpille

Sur l’herbe de ma déraison

Et ton bec d’oiseau cogne

Les sauterelles de ta bouche

En disent long, je m'époumone

Je crie, je hurle et je déconne

Tu me détruis, tu me construis

Je te blasphème et puis je t’aime

Je t’aime

T’es une idée malade

T’es la frousse qu’on lit dans mes yeux

Les réverbères me font des signes

Je suis dans le bateau des larmes

Tu m’apparais comme l'éclair

Comme la foudre, comme la poudre

Tes revolvers crachent leur feu

Tes rodéos me sont offerts

Tes sabres déchirent ma chair

Tu me construis, tu me détruis

Je te blasphème et puis je t’aime

Je t’aime

Et j’ai déserté mon étoile

Ma Grande Ourse et mon piano

Je suis un homme qui déraille

Je suis foutu, je suis battu

Je te blasphème et puis je t’aime

Je t’aime

De regen maakt de stad nat

Je lijkt mij als de bliksem

Je blik is nog zo groen

Je blauwe jurk, ik strooi het uit

Op het gras van mijn redeloosheid

En de snavel van je vogel klopt

De sprinkhanen van je mond

Zeg veel, ik schreeuw

Ik schreeuw, ik schreeuw en ik rotzooi rond

Je maakt me kapot, je bouwt me op

Ik laster je en dan hou ik van je

Ik houd van je

Je bent een ziek idee

Jij bent de schrik in mijn ogen

De straatlantaarns zwaaien naar mij

Ik zit in de boot van tranen

Je lijkt mij als de bliksem

Als bliksem, als poeder

Je revolvers spuwen hun vuur

Je rodeo's worden mij aangeboden

Je sabels scheuren mijn vlees

Je bouwt me op, je breekt me af

Ik laster je en dan hou ik van je

Ik houd van je

En ik verliet mijn ster

Mijn Grote Beer en mijn piano

Ik ben een ontspoorde man

Ik ben genaaid, ik ben geslagen

Ik laster je en dan hou ik van je

Ik houd van je