Dès que le printemps revient - Hugues Aufray

Les filles sont jolies

Dès que le printemps est là

Mais les serments s’oublient

Dès que le printemps s’en va

Là-bas dans la prairie

J’attends toujours, mais en vain

Une fille en organdi

Dès que le printemps revient

Non, le temps n’y fait rien

Oh non, le temps n’y peut rien

Je repense à ses yeux

Dès que le printemps est là

Je revois nos adieux

Dès que le printemps s’en va

Mais son image rôde

Au détour de mon chemin

Quand les soirées se font chaudes

Dès que le printemps revient

Je crois la retrouver

Dès que le printemps est là

Je cesse d’y rêver

Dès que le printemps s’en va

Après bien des hivers

Pourtant mon cœur se souvient

Comme si c'était hier

Dès que le printemps revient

Parfois je veux mourir

Dès que le printemps est là

Je crois toujours guérir

Dès que le printemps s’en va

Mais je sens la brûlure

D’une douleur qui m'étreint

Comme une ancienne blessure

Dès que le printemps revient

De meiden zijn mooi

Zodra de lente hier is

Maar eden worden vergeten

Zodra de lente gaat

Daar in de wei

Ik wacht nog steeds, maar tevergeefs

Een meisje in organdi

Zodra de lente terugkomt

Nee, tijd maakt niet uit

Oh nee, de tijd kan het niet helpen

Ik denk terug aan zijn ogen

Zodra de lente hier is

Ik zie ons afscheid

Zodra de lente gaat

Maar zijn imago ligt op de loer

Onderweg

Als de avonden warm worden

Zodra de lente terugkomt

Ik denk dat ik haar vind

Zodra de lente hier is

Ik stop met erover te dromen

Zodra de lente gaat

Na vele winters

Maar mijn hart herinnert zich

Alsof het gisteren was

Zodra de lente terugkomt

Soms wil ik dood

Zodra de lente hier is

Ik geloof nog steeds in genezing

Zodra de lente gaat

Maar ik voel de brand

Van een pijn die me grijpt

Als een oude wond

Zodra de lente terugkomt