Когда я знал тебя совсем другой - Зоопарк

Когда-то ты жила рядом со мной,

И я был вхож в твой дом.

Я часто видел себя в твоих зеркалах,

Я любил играть с твоим котом.

Но время текло слишком быстрой рекой —

Ты не стала женой, я не стал звездой,

Но я часто вспоминаю те времена,

Когда я знал тебя совсем другой.

Ты верила в то, во что верить нельзя,

Но, ты знаешь, тебе это шло.

Ты видела свет, ты писала стихи —

Скажи, куда все это ушло?

Теперь ты стала совсем чужой,

Но твое число — девять, твой цвет — голубой —

Я помню все это с тех самых пор,

Когда я знал тебя совсем другой.

Ты помнишь, мы с тобой говорили о снах,

Теперь ты говоришь о деньгах.

Твой рот стал жестче, руки — смелей,

Но свет потух в твоих глазах.

Тебе нужна передышка, нужен покой,

Но на это наплевать тому, кто рядом с тобой.

Он очень мил, но он не знает о том,

Что когда-то ты была совсем другой.

Он носит странные вещи в гитарном чехле.

Он крайне доволен собой.

И вы проводите день в обсужденье того,

Кто стоит за чьей спиной.

И вы проводите ночь в ожидании дня.

День придет и уйдет, не оставив следа.

Я смотрю на вас и вспоминаю о том,

Что я когда-то знал тебя совсем другой.

Я посижу рядом с вами, я послушаю джаз

И даже поддержу разговор.

И когда, наконец, я захочу курить,

Ты прогонишь меня в коридор.

И когда соседи застучат за стеной,

Я посмотрю на часы, я пойду домой,

И дома я увижу сон о тех временах,

Когда я знал тебя совсем другой

Ooit woonde je naast me,

En ik ben je huis binnengegaan.

Ik zag mezelf vaak in je spiegels,

Ik vond het heerlijk om met je kat te spelen.

Maar de tijd stroomde te snel een rivier -

Jij bent geen vrouw geworden, ik ben geen ster geworden,

Maar ik herinner me die tijden vaak

Toen ik je kende, was het heel anders.

Je geloofde in waar je niet in kunt geloven

Maar weet je, het paste bij je.

Je zag het licht, je schreef poëzie -

Vertel me waar is het allemaal gebleven?

Nu ben je een volslagen vreemde geworden,

Maar je nummer is negen, je kleur is blauw -

Ik herinner me dit alles vanaf het moment

Toen ik je kende, was het heel anders.

Weet je nog, we spraken over dromen,

Nu heb je het over geld.

Je mond is harder geworden, je handen zijn brutaler,

Maar het licht ging uit in je ogen.

Je hebt een pauze nodig, je hebt rust nodig

Maar degene die naast je staat maakt het niet uit.

Hij is erg aardig, maar hij weet niets van?

Dat je ooit heel anders was.

Hij draagt ​​vreemde dingen in een gitaarkoffer.

Hij is zeer tevreden over zichzelf.

En je brengt de dag door met discussiëren

Wie zit er achter wie.

En je brengt de nacht door met wachten op de dag.

De dag zal komen en gaan zonder een spoor achter te laten.

Ik kijk naar je en herinner me

Dat ik je ooit heel anders heb gekend.

Ik zal naast je zitten, ik zal naar jazz luisteren

En ik zal zelfs het gesprek gaande houden.

En als ik eindelijk wil roken,

Je rijdt me de gang in.

En als de buren achter de muur kloppen,

Ik kijk op de klok, ik ga naar huis,

En thuis zal ik een droom over die tijd zien

Toen ik je helemaal anders kende