Remembrance - Woods of Birnam

mine eye hath play‘d the painter and hath stell‘d

thy beauty‘s form in table of my heart;

my body is the frame wherein ‚tis held,

and perspective it is the painter‘s art.

for through the painter must you see his skill,

to find where your true image pictured lies;

which in my bosom‘s shop is hanging still,

hat hath his windows glazed with thine eyes.

now see what good turns eyes for eyes —

now see what good turns eyes for eyes have done:

now see what good turns eyes for eyes have done:

mine eyes have drawn thy shape, and thine for me

are windows to my breast, where-through the sun

delights to peep, to gaze therein on thee;

now see what good turns eyes for eyes —

now see what good turns eyes for eyes have done:

yet eyes this cunning want to grace their art;

they draw but what they see, know not the heart.

now see what good turns eyes for eyes —

now see what good turns eyes for eyes have done.

mijn oog heeft de schilder gespeeld en heeft stell'd

de vorm van uw schoonheid in de tafel van mijn hart;

mijn lichaam is het frame waarin het wordt vastgehouden,

en perspectief is het de kunst van de schilder.

want door de schilder moet je zijn vaardigheid zien,

om te vinden waar uw werkelijke afbeelding is afgebeeld;

die in de winkel van mijn boezem stil hangt,

hoed heeft zijn ramen beglaasd met uw ogen.

zie nu wat goed ogen voor ogen keert —

zie nu wat voor goede wendingen ogen voor ogen hebben gedaan:

zie nu wat voor goede wendingen ogen voor ogen hebben gedaan:

mijn ogen hebben uw vorm getekend, en de uwe voor mij

zijn vensters naar mijn borst, waar-door de zon

lusten om te gluren, om daarin op u te staren;

zie nu wat goed ogen voor ogen keert —

zie nu wat voor goede wendingen ogen voor ogen hebben gedaan:

toch willen deze sluwheid hun kunst vereren;

ze tekenen maar wat ze zien, kennen het hart niet.

zie nu wat goed ogen voor ogen keert —

zie nu welke goede wendingen ogen voor ogen hebben gedaan.