Ils avaient fait les valises dans la nuit - Vincent Delerm

Ils avaient fait les valises dans la nuit, ils n’avaient presque pas dormis.

Ils avaient attendu le jour, sur l’appartement de Clignancourt.

Pour se pencher vers toi comme ça, on part en Espagne, habille-toi.

Et presque tu aimais ça.

Parfois il fallait c'était nécessaire il fallait s'évanouir, s’enfuir dans les

airs, ramasser les poupées par terre et les bracelets, les pulls over

Laisser le poster dans la chambre, tout laisser, l’escalier descendre

Et presque tu aimais ça.

La voiture était là en bas, la voiture était garée là.

La banquette froide à

l’arrière, le tunnel, la sortie d’Asnières.

Et presque tu aimais ça sentir comme ils tenaient à toi.

Tenaient à toi ce

matin là.

Et alors elle se retournait avec ce sourire là que tu connais.

Ils parlaient puis ils te regardaient.

Visages que je ne verrai jamais.

Et ce matin, 30 ans plus tard alors que nos deux enfants dorment encore.

Tu dis le froid, les escalier, tu dis la peur les yeux fermés.

Tu dis c’est

fort le matin, quand on est enfant.

ils avaient fait les valises dans la nuit, ils n’avaient presque pas dormis.

Ils avaient attendu le jour sur l’appartement de Clignancourt.

Pour se pencher

vers toi comme ça.

(Merci à naelia pour cettes paroles)

Ze hadden 's nachts ingepakt, ze hadden amper geslapen.

Ze hadden gewacht op daglicht in het appartement van Clignancourt.

Om zo op je te leunen, gaan we naar Spanje, kleden ons aan.

En je vond het bijna leuk.

Soms was het nodig dat het nodig was om flauw te vallen, om weg te rennen in de

deuntjes, de poppen van de vloer oprapen en de armbanden, de truien

Laat de poster in de slaapkamer, laat het allemaal, de trap naar beneden

En je vond het bijna leuk.

De auto stond daar beneden, de auto stond daar geparkeerd.

De koude bank bij

de achterkant, de tunnel, de afslag Asnières.

En je vond het bijna leuk om te voelen alsof ze om je gaven.

Ik hield je vast

ochtend daar.

En dan zou ze zich omdraaien met die glimlach, weet je.

Ze waren aan het praten en toen keken ze naar jou.

Gezichten die ik nooit zal zien.

En vanmorgen, 30 jaar later, met onze twee kinderen die nog steeds slapen.

Je zegt de kou, de trap, je zegt de angst met je ogen dicht.

Je zegt dat het is

luid in de ochtend, als je een kind bent.

ze hadden 's nachts ingepakt, ze hadden amper geslapen.

Ze hadden gewacht op daglicht in het appartement van Clignancourt.

Leunen

zo naar je toe.

(Met dank aan Naelia voor deze teksten)