J'lève Mon Verre - Shurik'n

Serval diseur d’images, fils

Ouaiiiis !

J’lève mon verre à ceux qui croient plus en rien

À ceux qui, chaque matin, s'étirent dans le brouillard

Et piquent du nez dans un café noir

À ces aubes rouges rubis, à ces derniers levés de soleil qui n’ont pas de prix,

et ce parvis nappé de groseilles

À ces femmes qui au réveil ne sentent rien sous leurs mains

Ces mômes armés de fusils en treillis qui ne pensent pas à demain

J’lève mon verre à ceux qui dorment sous des tôles par-ci par-là;

et à tous ces morts de luxe qui pourrissent dans des villas

J’lève mon verre à la naissance d’un gosse qui rempli une fosse

À ces crosses qui servent souvent de hochet, ceux qui endossent la connerie de

l’autre et se vautrent sans rechigner

Comme un pigeon résigné, pleurant qu’il n’a pas fait exprès

À ces pères qui se crèvent le cul pour que leur fils deale du shit et ceux

Qui ne voient pas leurs francs violé les terres vierges de leurs filles

À toutes ces villes fantômes, tachées de corbeaux

Oeuvre d’un crétin hors-normes

Allez J’lève mon verre à l’Homme

J’lève mon verre à ceux qui roussissent au cagnard blindé

Ceux qui croupissent à l’ombre coincé derrière une porte blindée

À ceux qui savent mais la ferment, ces vérités sans oxygène

Ces libertés bardées de chaînes et ce vent de folie qui se déchaîne

Ces pochtrons au comptoir, leur regard comme leurs jours ternes

Ces sourires en costumes qui tuent, pour remplir une citerne

À ceux qui ne voient pas la mort autrement qu’au combat

À celui qui croit qu’il s’en sortira, la chance sourit à ceux-là

À tous mes potes présents et à ceux déjà partis

À tous ceux qui n' ont pas voulu jouer par peur de perdre la partie

À ces sacrés souvenirs qu’on garde enfouis au fond de sa tête, qu’on calme à

coup de fumette chaque fois que le relent guette

Ces coeurs touchés, ces corps couchés, ces âmes fauchées

Comme un blé trop vert, maudits soient les moissons de la colère.

Mon verre?

J’le lève aux rumeurs enivrantes qui envoûtent l’esprit d’un crétin

hors-normes

Allez J’lève mon verre à l’Homme!

À tous ces gouvernements pourris, à tous leurs suicidés

À tous ceux qui sourient bêtement, à toi qui jette les dés

Et même si des fois, certains s'écrient: «Ça y est c’est décidé cette fois je

le fais.»

J’lève mon verre à ceux qui n’ont pas le cul béni par les fées

À ceux qui se le bronze au soleil, qui font leur pays des merveilles

Et à tous les faignants dont le désir puissant est de faire pareil

À toutes ces mères qui savent trop bien pour avoir veillé la veille, que

Sur notre bonne vieille Terre rien n’est plus cher que l’oseille

À toutes ces balafres au sucre qu’une note salée laissera et

La mère absente qui exulte dés qu’une moitié s’en va

J’lève mon verre a ces poches trouées par les doigts et

Celles trouées par le poids des sous, ceux qui ont toujours eu le choix

À toutes ces pensées rances qui n’enfantent que dans la souffrance et

À ces immenses crétins qui nous appellent la sous-France

À ceux qui relativisent bien, à ceux qui m’en veulent, ouais !

Que ceux-là réfléchissent et visent bien!

J’lève mon verre à ces troncs tendres, à leurs écorces de pierre et

À ceux qui en prennent plein les dents et malgré tout les serrent

À ces sacs Vuitton pleins, à ces cartons par-terre

À ceux qui partent pour des diam’s et qui reviennent avec du verre

À ceux qui se croient au paradis et qui ont les poils qui crament abusé

Ce nectar de la vie que la mort s’exclame bien en user

À ce bon vieux bitume d’où naît le flash qui nourrit ma plume

Et vos yeux

Allez j’lève mon verre à l’Homme

Ouais, on manque de neurones fils

Faut pas que ça t'étonnes.

Serval beeldverteller, zoon

Ja!

Ik hef mijn glas op degenen die nergens meer in geloven

Aan degenen die zich elke ochtend in de mist uitstrekken

En een neusduik in een zwarte koffie

Naar die robijnrode dageraad, naar die laatste zonsopgangen die onbetaalbaar zijn,

en dit voorplein bedekt met krenten

Aan die vrouwen die wakker worden en niets onder hun handen voelen

Deze met traliewerk zwaaiende kinderen die niet aan morgen denken

Ik hef mijn glas op degenen die hier en daar onder metalen platen slapen;

en al die luxe doodrot in villa's

Ik hef mijn glas op de geboorte van een kind dat een put vult

Aan die stokjes die vaak als rammelaar dienen, degenen die de bullshit van . onderschrijven

elkaar en wentelen zonder te klagen

Als een gelaten duif, huilend dat hij het niet expres deed

Aan die vaders die sterven voor hun zoon om hasj te dealen en die

Die niet zien dat hun franken het maagdelijke land van hun dochters hebben geschonden?

Naar al die spooksteden, bevlekt met kraaien

Werk van een buitengewone cretin

Kom op, ik hef mijn glas op de man

Ik hef mijn glas op degenen die de gepantserde dodger verschroeien

Degenen die wegkwijnen in de schaduw zitten vast achter een gepantserde deur

Voor degenen die het weten, maar sluiten, deze waarheden zonder zuurstof

Deze vrijheden gebonden met kettingen en deze wind van waanzin die losgelaten wordt

Deze pochtrons aan de balie, ze zien eruit als hun saaie dagen

Die glimlachen in kostuums die doden, om een ​​stortbak te vullen

Aan degenen die de dood alleen in de strijd zien

Voor degenen die geloven dat ze het zullen halen, het geluk lacht hen toe

Aan al mijn aanwezige vrienden en aan degenen die al weg zijn

Aan al diegenen die niet wilden spelen uit angst om het spel te verliezen

Aan die heilige herinneringen die we in ons achterhoofd begraven houden, die we stillen

rook elke keer dat de geur op de loer ligt

Deze aangeraakte harten, deze liegende lichamen, deze gebroken zielen

Zoals tarwe te groen, vervloekt zij de oogst van toorn.

Mijn glas?

Ik verwijs het naar de bedwelmende geruchten die de geest van een idioot betoveren

niet standaard

Kom op, ik hef mijn glas op de man!

Aan al die rotte regeringen, aan al hun zelfmoorden

Aan iedereen die dwaas lacht, aan jou die de dobbelstenen gooit

En zelfs als sommigen soms uitroepen: "Dat is het, deze keer is besloten dat ik

het feit."

Ik hef mijn glas op degenen die de ezel niet laten zegenen door de feeën

Aan degenen die zonnebaden, die hun wonderland maken

En aan alle luie mensen wiens sterke wens is om hetzelfde te doen

Aan al die moeders die het te goed weten om de dag ervoor op te blijven, dat

Op onze goede oude aarde is niets duurder dan zuring

Aan al die suikerlittekens die een zoute noot achterlaat en

De afwezige moeder die juicht zodra de helft vertrekt

Ik hef mijn glas naar deze zakken met gaten in mijn vingers en

Degenen die door het gewicht van centen werden geperforeerd, degenen die altijd een keuze hadden

Aan al die ranzige gedachten die alleen maar baren met pijn en

Aan die enorme idioten die ons sub-Frankrijk noemen

Voor degenen die goed relativeren, voor degenen die boos op mij zijn, ja!

Laat zulke denken en goed mikken!

Ik hef mijn glas op deze tere stammen, op hun steenschors en...

Aan degenen die hun tanden pakken en ze ondanks alles op elkaar klemmen

Naar deze volle Vuitton-tassen, naar deze dozen op de vloer

Aan degenen die naar diamanten vertrekken en terugkomen met glas

Aan degenen die denken dat ze in het paradijs zijn en die verbrand haar hebben misbruikt

Deze nectar van het leven die de dood uitroept te gebruiken

Aan dit goede oude bitumen waaruit de flits is geboren die mijn pen voedt

En je ogen

Kom op, ik hef mijn glas op de Man

Ja, we hebben bijna geen kinderneuronen meer

Laat je daar niet door verrassen.