Le Soir - Françoise Hardy

dans la tiédeur

du soir calme

le parfum des fleurs

qui se fanent

se fond dans le vent

te grise doucement

et tu ne sais pas si tu t’ennuies

tu peux compter

les étoiles

tu peux écouter

la cigale

l’eau de la fontaine

à son chant se mêle

mais tu te demandes si tu t’ennuies

tu te balances entre tes rêves

tes habitudes et ta folie

tu voudrais savoir où s’achève

et où commence ta nostalgie

la nuit attend

tu reposes

l’odeur de l’encens

des lis, des roses

se fond dans le vent

te grise doucement

tu sais maintenent que tu t’ennuies

in de warmte

rustige avond

de geur van bloemen

die verwelken

smelt in de wind

bedwelm je zachtjes

en je weet niet of je je verveelt

je kan tellen

de sterren

je kunt luisteren

de cicade

fontein water

vermengt zich met zijn lied

maar je vraagt ​​je af of je je verveelt

je slingert tussen je dromen

je gewoonten en je waanzin

wil je weten waar het eindigt

en waar begint je nostalgie

de nacht wacht

jij rust

de geur van wierook

lelies, rozen

smelt in de wind

bedwelm je zachtjes

nu weet je dat je je verveelt