Côté Jardin, Côté Cour - Françoise Hardy

J’ai lâché tant de lest, essuyé tant de refus

Colmaté quelques brèches, forcé des portes sans issue

Dites-moi où le bât blesse, si vous l’avez jamais su

Même si quelque chose est mort, je ne m’avoue pas vaincue

J’espère marquer encore quelques buts

Côté jardin, côté cour, c’est toujours le temps qui court

Et moi qui cours après vous

Côté jardin, côté cour, la distance me prend de court

Je me sens mal tout à coup

Des bunkers-forteresses se dressent à perte de vue

Mes signaux de détresse n’ont pas été entendus

Même s’il fait mauvais dehors, même si la cause est perdue

J’aurais une fois encore survécu

Côté jardin, côté cour, pourrait-on faire demi-tour?

Tout revoir de bout en bout?

Côté jardin, côté cour, m’avez-vous percée à jour?

Je ne tiens plus bien debout

Faut-il défier le sort et recharger les accus

Faire semblant d'être fort?

Je ne sais plus…

Côté jardin, côté cour, seriez-vous aveugle et sourd?

L’air du soir devient plus doux

Côté jardin, côté cour, c’est toujours le temps qui court

Et moi qui cours après vous.

Ik heb zoveel ballast losgelaten, zoveel weigeringen geleden

Een paar gaten gesloten, doodlopende wegen geforceerd

Vertel me waar de wrijving is, als je het ooit geweten hebt

Zelfs als er iets dood is, geef ik geen nederlaag toe

Ik hoop nog een paar doelpunten te maken

Tuinkant, binnenplaatskant, het is altijd tijd die loopt

En ik ren achter je aan

Tuinkant, binnenplaatskant, de afstand verbaast me

Ik voel me ineens slecht

Fortbunkers doemen op zo ver het oog reikt

Mijn noodsignalen werden niet gehoord

Zelfs als het buiten slecht is, zelfs als de oorzaak zoek is

Ik zou het nog een keer hebben overleefd

Tuinkant, binnenplaatskant, kunnen we omdraaien?

Alles van begin tot eind bekijken?

Tuinkant, binnenplaatskant, heb je me doorzien?

Ik kan niet meer goed staan

Moeten we het lot trotseren en de batterijen opladen?

Doen alsof je sterk bent?

Ik weet het niet meer…

Tuinkant, binnenplaatskant, zou je blind en doof zijn?

De avondlucht wordt zoeter

Tuinkant, binnenplaatskant, het is altijd tijd die loopt

En ik ren achter je aan.