3ª Do Plural - Engenheiros Do Hawaii

Corrida pra vender cigarro, cigarro pra vender remédio

Remédio pra curar a tosse, tossir, cuspir, jogar pra fora

Corrida pra vender os carros, pneu, cerveja e gasolina

Cabeça pra usar boné e professar a fé de quem patrocina

Eles querem te vender, eles querem te comprar

Querem te matar, a sede, eles querem te sedar

Quem são eles?

Quem eles pensam que são?

Quem são eles?

Quem eles pensam que são?

Quem são eles?

Quem são eles?

Corrida contra o relógio, silicone contra a gravidade

Dedo no gatilho, velocidade, quem mente antes diz a verdade

Satisfação garantida, obsolescência programada

Eles ganham a corrida antes mesmo da largada

Eles querem te vender, eles querem te comprar

Querem te matar de rir, querem te fazer chorar

Quem são eles?

Quem eles pensam que são?

Quem são eles?

Quem eles pensam que são?

Quem são eles?

Quem são eles?

Vender, comprar, vedar os olhos

Jogar a rede, contra a parede

Querem te deixar com sede

Não querem te deixar pensar

Quem são eles?

Quem eles pensam que são?

Quem são eles?

Quem eles pensam que são?

Quem são eles?

Quem são eles?

Race om sigaretten te verkopen, sigaretten om medicijnen te verkopen

Medicijn om een ​​hoest te genezen, hoest, spuug, gooi het weg

Race om de auto's, banden, bier en benzine te verkopen

Draag een pet en belijd het geloof van wie sponsort

Ze willen je verkopen, ze willen je kopen

Ze willen je vermoorden, de dorst, ze willen je verdoven

Wie zijn zij?

Wie denken ze wel dat ze zijn?

Wie zijn zij?

Wie denken ze wel dat ze zijn?

Wie zijn zij?

Wie zijn zij?

Race tegen de klok, siliconen tegen de zwaartekracht

Vinger aan de trekker, snelheid, wie het eerst liegt vertelt de waarheid

Tevredenheid gegarandeerd, geplande veroudering

Ze winnen de race voor de start

Ze willen je verkopen, ze willen je kopen

Ze willen je vermoorden door te lachen, ze willen je aan het huilen maken

Wie zijn zij?

Wie denken ze wel dat ze zijn?

Wie zijn zij?

Wie denken ze wel dat ze zijn?

Wie zijn zij?

Wie zijn zij?

Verkopen, kopen, blinde ogen

Met het net tegen de muur spelen

Ze willen je dorstig maken

Ze willen je niet laten denken

Wie zijn zij?

Wie denken ze wel dat ze zijn?

Wie zijn zij?

Wie denken ze wel dat ze zijn?

Wie zijn zij?

Wie zijn zij?