To, Kā Nav(a) - Andris Ērglis, Раймонд Паулс

Kaila debess, vakar esot lijis

Debesīs kāpj cilvēks ievainots

Apsnieg koki, šodien beidzas rudens

Uz šīs ielas viss ir dieva dots

To, kā nav (a), to tev vajag

To, kas ir jau — tā par daudz

To, ko nevar, ak, kā gribas

Tā šī diena grab un klaudz

Tā ik reizi, kad ir kaut kas beidzies

Gribas kaut ko vēl uz atvadām

Tāpēc naktīs, ilgojamies zvaigžņu

Un kad raudam sevī pasmaidām

Bet pa ceļu projām atskatoties

Aizskrien meitene, kas tevi cer

Tomēr viņa, kad tu pieklauvēsi

Būs tā pati, kura neatvērs

Naakte lucht, het heeft gisteren geregend

Een gewonde man stijgt op naar de hemel

De bomen zijn voorbij, de herfst eindigt vandaag

Alles in deze straat is door God gegeven

Dat heb je niet nodig

Wat is al - te veel

Wat je niet kunt, oh, zoals je wilt

Dus deze dag grijpen en kloppen

Het is elke keer dat er iets voorbij is

Wil je iets meer afscheid

Dus 's nachts, lang naar de sterren

En als we in onszelf huilen, glimlachen we

Maar terugkijkend op de weg

Het meisje dat op je hoopt, rent weg

Echter, zij wanneer je klopt

Zal dezelfde zijn die niet zal openen