Гербарий - Владимир Высоцкий

Лихие пролетарии, закушав водку килечкой,

Спешат в свои подполия налаживать борьбу, —

А я лежу в гербарии, к доске пришпилен шпилечкой,

И пальцами до боли я по дереву скребу.

Корячусь я на гвоздике, но не меняю позы.

Кругом — жуки-навозники и мелкие стрекозы, —

По детству мне знакомые — ловил я их, копал,

Давил, — но в насекомые я сам теперь попал.

Под всеми экспонатами — эмалевые планочки, —

Все строго по-научному — указан класс и вид…

Я с этими ребятами лежал в стеклянной баночке,

Дрались мы, — это к лучшему: узнал, кто ядовит.

Я представляю мысленно себя в большой постели, —

Но подо мной написано: «Невиданный доселе»…

Я гомо был читающий, я сапиенсом был,

Мой класс — млекопитающий, а вид… уже забыл

В лицо ль мне дуло, в спину ли, в бушлате или в робе я —

Стремился, кровью крашенный, как звали, к шалашу, —

Но на тебе — задвинули в наглядные пособия, —

Я злой и ошарашенный на стеночке вишу.

Оформлен как на выданье, стыжусь, как ученица, —

Жужжат шмели солидные, что надо подчиниться,

А бабочки хихикают на странный экспонат,

Сороконожки хмыкают и куколки язвят.

Ко мне с опаской движутся мои собратья прежние —

Двуногие, разумные, — два пишут — три в уме.

Они пропишут ижицу — глаза y них не нежные, —

Один брезгливо ткнул в меня и вывел резюме:

«Итак, с ним не налажены контакты, и не ждем их, —

Вот потому он, гражданы, лежит y насекомых.

Мышленье в нем не развито, и вечно с ним Че-Пе, —

А здесь он может, разве что, вертеться на пупе».

Берут они не крyто ли?!

— меня нашли не во поле!

Ошибка это глупая — увидится изъян, —

Накажут тех, кто спутали, заставят, чтоб откнопили,

И попаду в подгруппу я хотя бы обезьян.

Нет, не ошибка — акция свершилась надо мною, —

Чтоб начал пресмыкаться я вниз пузом, вверх спиною, —

Вот и лежу, расхристанный, разыгранный вничью,

Намеренно причисленный к ползучему жучью.

Червяк со мной не кланится, а оводы со слепнями

Питают отвращение к навозной голытьбе, —

Чванливые созданьица довольствуются сплетнями, —

А мне нужны общения с подобными себе!

Пригрел сверчка-дистрофика — блоха сболтнула, гнида, —

И глядь — два тертых клопика из третьего подвида, —

Сверчок полузадушенный вполсилы свиристел,

Но за покой нарушенный на два гвоздочка сел.

А может, все провертится и соусом приправится…

В конце концов, ведь досточка — не плаха, говорят, —

Все слюбится да стерпится, мне даже стали нравиться

Молоденькая осочка и кокон-шелкопряд.

Да, мне приятно с осами — от них не пахнет псиной,

Средь них бывают особи и с талией осиной.

И кстати, вдруг из кокона родится что-нибудь

Такое, что из локонов и что имеет грyдь…

Паук на мозг мой зарится, клопы кишат — нет роздыха,

Невестой хороводится красивая оса…

Пусть что-нибудь заварится, а там — хоть на три гвоздика, —

А с трех гвоздей, как водится, дорога — в небеса.

В мозгу моем нахмуренном страх льется по морщинам:

Мне будет шершень шурином — а что мне станет сыном?..

А не желаю, право же, чтоб трyтень был мне тесть!

Пора уже, пора уже напрячься и воскресть!

Когда в живых нас тыкали булавочками колкими —

Махали пчелы крыльями, пищали муравьи, —

Мы вместе горе мыкали — все проткнуты иголками, —

Забудем же, кем были мы, товарищи мои!

Заносчивый немного я, но — в горле горечь комом:

Поймите, я, двуногое, попало к насекомым!

Но кто спасет нас, выручит, кто снимет нас с доски?!

За мною — прочь со шпилечек, сограждане жуки!

И, как всегда в истории, мы разом спины выгнули, —

Хоть осы и гундосили, но кто силен, тот прав, —

Мы с нашей территории клопов сначала выгнали

И паучишек сбросили за старый книжный шкаф.

Скандал потом уляжется, зато y нас все дома,

И поживают, кажется, вполне не насекомо.

А я — я нежусь ванночкой без всяких там обид…

Жаль, над моею планочкой дрyгой уже прибит.

Onstuimige proletariërs, die wodka met een kilechka hebben gegeten,

Ze haasten zich naar hun ondergrondse om een ​​strijd te beginnen, -

En ik lig in het herbarium, vastgemaakt aan het bord met een haarspeld,

En ik krab met mijn vingers aan de boom tot het pijn doet.

Ik kronkel op een anjer, maar ik verander niet van standpunt.

Rond - mestkevers en kleine libellen, -

Ik was bekend van kinds af aan - ik ving ze, groef,

Hij drong aan, - maar nu raakte ik zelf in insecten.

Onder alle exposities bevinden zich geëmailleerde planken,

Alles is strikt wetenschappelijk - de klasse en het type worden aangegeven ...

Ik lag met deze jongens in een glazen pot,

We hebben gevochten - het is het beste: ik heb ontdekt wie giftig is.

Ik stel mezelf mentaal voor in een groot bed, -

Maar onder mij staat geschreven: "Ongezien eerder" ...

Ik was een homo-lezer, ik was een sapiens,

Mijn klas is een zoogdier, en de soort... al vergeten

Waaide het in mijn gezicht, in mijn rug, in een erwtenjas of in een kamerjas, ik -

Hij streefde, met bloed geverfd, zoals ze riepen, naar de hut, -

Maar op jou - geduwd in visuele hulpmiddelen -

Ik ben boos en met stomheid geslagen hangend aan de muur.

Versierd als huwbaar, schaam ik me, als een student, -

Vaste hommels zoemen dat het nodig is om te gehoorzamen,

En vlinders giechelen om een ​​vreemde tentoonstelling,

Duizendpoten grommen en poppen steken.

Mijn voormalige broeders komen met angst naar me toe -

Tweebenig, intelligent, - twee schrijven - drie in gedachten.

Ze zullen Izhitsu schrijven - hun ogen zijn niet teder, -

Eentje wees me verlegen aan en haalde een samenvatting tevoorschijn:

"Er zijn dus geen contacten met hem gelegd en we wachten er niet op",

Daarom, burgers, ligt hij tussen de insecten.

Denken is niet in hem ontwikkeld, en Che-Pe is altijd bij hem, -

En hier kan hij misschien op de navel draaien.

Ze nemen het, nietwaar?!

— Ik ben niet gevonden in het veld!

Dit is een stomme fout - je zult een fout zien, -

Ze zullen degenen straffen die verward zijn, ze zullen hen dwingen af ​​te wijzen,

En ik val in de subgroep van in ieder geval apen.

Nee, geen vergissing - de actie vond plaats op mij, -

Zodat ik begin te kruipen met mijn buik, mijn rug omhoog, -

Hier lig ik, verward, getekend,

Opzettelijk geclassificeerd als een kruipende kever.

De worm buigt niet met mij mee, maar de steekvliegen met dazen

Ze hebben een afkeer van mesthopen, -

Snobby wezens zijn tevreden met roddels,

En ik heb communicatie nodig met mensen zoals ik!

Hij warmde een dystrofische krekel op - een vlo flapte eruit, een nit, -

En kijk eens - twee geraspte insecten van de derde ondersoort, -

De half gewurgde krekel floot op halve kracht,

Maar gestoord door twee spijkers, ging hij zitten.

Of misschien wordt alles gecontroleerd en gekruid met saus ...

Uiteindelijk is een plank geen blok, zeggen ze, -

Alles zal verliefd worden en verdragen, ik begon het zelfs leuk te vinden

Jonge cocon van zegge en zijderups.

Ja, ik ben blij met wespen - ze ruiken niet naar een hond,

Onder hen zijn er individuen met een espentaille.

En trouwens, plotseling wordt er iets geboren uit een cocon

Zodanig dat van krullen en dat heeft een borst ...

De spin nestelt zich in mijn hersenen, de beestjes zwermen - er is geen rust,

Een mooie wesp danst als een bruid...

Laat iets brouwen, en daar - in ieder geval voor drie anjers -

En vanaf drie spijkers, zoals gewoonlijk, is de weg naar de hemel.

In mijn fronsende brein stroomt angst over de rimpels:

De horzel zal mijn zwager zijn - maar wat zal mijn zoon worden? ..

Maar ik wil echt niet dat de drone mijn schoonvader wordt!

Het is al tijd, het is tijd om te spannen en op te staan!

Toen we nog leefden, werden we geprikt met scherpe pinnen -

De bijen klapperden met hun vleugels, de mieren piepten,

Samen mompelden we verdriet - allemaal doorboord met naalden -

Laten we vergeten wie we waren, kameraden!

Ik ben een beetje arrogant, maar er zit een brok bitterheid in mijn keel:

Begrijp, ik, een tweevoeter, raakte in insecten!

Maar wie redt ons, helpt ons, wie haalt ons van het bord?!

Volg mij - ga van de haarspeldbochten af, medeburgers van de kevers!

En, zoals altijd in de geschiedenis, kromden we meteen onze rug, -

Hoewel de wespen en gundosili, maar wie sterk is heeft gelijk, -

We hebben eerst bedwantsen uit ons territorium verdreven

En ze gooiden de spinnen achter een oude boekenkast.

Het schandaal zal dan verdwijnen, maar we zijn allemaal thuis,

En ze doen, zo lijkt het, helemaal geen insect.

En ik - ik koester me in het bad zonder enige aanstoot daar ...

Jammer, er is al weer een over mijn plank genageld.