Un cuento para mi niño - Lole Y Manuel

Erase una vez, un mariposa blanca

Que era la reina de todas las mariposas del alba

Se posaba en los jardines

Entre las flores más bellas

Y le susurraba historias al clavel y a la violeta

Felíz la mariposilla, presumidilla y coqueta

Parecía una flor de almendro

Mecida por brisa fresca…

Más llegó un coleccionista, mañana de primavera

Y sobre un jazmín en flor

Aprisionó a nuestra reina

La clavó con alfileres, entre cartulinas negras

Y la llevó a su museo de breves bellezas muertas

Las mariposas del alba lloraban por la floresta

Sobre un clavel se posó, una mariposa blanca

Y el clavel se molestó

Blanca la mariposa y rojo el clavel

Rojo como los labios de quién yo se

Rojo como los labios de quién yo se

Er was eens een witte vlinder

Dat ze de koningin was van alle vlinders van de dageraad

Het zat in de tuinen

Een van de mooiste bloemen

En ik fluisterde verhalen tegen de anjer en het viooltje

Gelukkig de kleine vlinder, aanmatigend en flirterig

Het leek wel een amandelbloesem

Gewiegd door een koele bries…

Er is weer een verzamelaar gearriveerd, lenteochtend

En op een jasmijn in bloei

onze koningin gevangen gezet

Hij speldde het tussen zwart karton

En nam haar mee naar zijn museum van korte dode schoonheden

De vlinders van de dageraad huilden om het bos

Op een anjer zat een witte vlinder

En de anjer raakte van streek

Wit de vlinder en rood de anjer

Rood als de lippen die ik ken

Rood als de lippen die ik ken