Paradis païen - Jacques Higelin

Tu es celle que je cherche

Je suis celle que tu trouves quand tu ne cherches plus

Tu es celle que je veux

Je suis celle que tu peux avoir sans même jamais l’avoir voulu

Nous sommes qui nous sommes

Une femme, un homme

Deux arbres nus dans le verger du paradis retrouvé ou perdu

Nous sommes qui nous sommes

Un dragon, une lionne

Enlacés, nus, dans le jardin du paradis païen

Je suis ton ciel et ton enfer

L'élève et ton maître

Je suis ta source et ton désert

Ton mal et ton bien-être

Je suis

La lumière et ton ombre

La rose et le chardon

Unique parmi le nombre

Le remède et le poison

Je suis

La nuit qui doute

L’aube qui rassure

Je suis la clé de voûte

L’au-delà des murs

Tu es l'étoile et moi l’errant

Qui ne la perd jamais de vue

Je suis le vent et toi la voile tendue

Tu es celle que je veux

Je suis celle que tu peux avoir sans même l’avoir voulu

Tu es celle que je cherche

Je suis celle que tu trouves quand tu ne cherches plus

Jij bent degene die ik zoek

Ik ben degene die je vindt als je niet zoekt

Jij bent degene die ik wil

Ik ben degene die je kunt hebben zonder het ooit te willen

we zijn wie we zijn

Een vrouw, een man

Twee kale bomen in de paradijselijke boomgaard gevonden of verloren

we zijn wie we zijn

Een draak, een leeuwin

Verstrengeld, naakt, in de tuin van het heidense paradijs

Ik ben je hemel en je hel

De leerling en je meester

Ik ben je bron en je woestijn

Je pijn en je welzijn

Ik ben

Het licht en jouw schaduw

De roos en de distel

Uniek onder velen

De remedie en het gif

Ik ben

De nacht van twijfel

De geruststellende dageraad

Ik ben de sluitsteen

Voorbij de muren

Jij bent de ster en ik de zwerver

Wie verliest haar nooit uit het oog

Ik ben de wind en jij bent het strakke zeil

Jij bent degene die ik wil

Ik ben degene die je kunt hebben zonder het zelfs maar te willen

Jij bent degene die ik zoek

Ik ben degene die je vindt als je niet zoekt